week 50 - kerst vragen en kerstbalen reclame

Kerstquiz 2024
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 12 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Kerstquiz 2024

Slide 1 - Diapositive

Waar denk jij aan
bij Kerst?

Slide 2 - Carte mentale

Wanneer vieren we Kerst?
A
24 en 25 december
B
25 en 26 december
C
26 en 27 december

Slide 3 - Quiz

In Australië vieren ze Kerst in de zomer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Wie heeft er een kerstboom thuis
ik heb wel een kerstboom
ik heb geen kerstboom

Slide 6 - Sondage

Slide 7 - Vidéo

Waar komt de kerstboom vandaan
A
de noordpool
B
Frankrijk
C
Italië
D
Duitsland

Slide 8 - Quiz

Uit welke film komt dit plaatje?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Wat gebeurt er hier na

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

14:00-15:30

Slide 13 - Diapositive

wat gaat er gebeuren?
15:30

Slide 14 - Question ouverte

0

Slide 15 - Vidéo

Welk woord
komt er nu
A
Shoe
B
You
C
a Cat
D
christmas tree

Slide 16 - Quiz

0

Slide 17 - Vidéo

Welke woord komt nu?

Slide 18 - Question ouverte


Hoe heet deze 
sneeuwpop?
A
Olaf
B
Ollie
C
Oscar
D
Otto

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Hoeveel knopen heeft Olaf op zijn buik?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Het was kerstochtend ...
A
1951
B
1961
C
1971
D
1981

Slide 23 - Quiz


Hoe heet dit nummer?
(twee woorden)

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo


Wie heeft het uiterlijk van 
de Kerstman bedacht?
A
De Kerk
B
De Paus
C
Coca Cola
D
De president van Amerika

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Wat steelt de grinch
A
de kerstboom
B
de kerst cadeau's
C
de koekjes voor de kerstman
D
hij komt cadeau's brengen

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Vidéo

Opdracht- 
reclame ballen maken

Slide 30 - Diapositive

Kijkvraag
Hoe prijzen ze hun spullen aan?
Welke woorden gebruiken ze?
Welke gevoelens komen hierbij kijken?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Reclametekst
Hoe schrijf je een goede reclametekst. Met een reclametekst wil je graag dat mensen je product gaan kopen. Je moet het dus heel aantrekkelijk maken. Hoe maak je een tekst aantrekkelijk? Door je product goed aan te prijzen. Met bijvoeglijke naamwoorden kun je dit al heel goed doen.

Voorbeeld: Appels te koop voor 2 euro! is een zin die prima kan, maar als je er van maakt: Heerlijke appels voor de geweldig lage prijs van maar 2 euro! klinkt al heel anders.

Slide 33 - Diapositive

            Versier de kerstballen!
Bedenk een reclameteksten schrijf die ertussen

Slide 34 - Diapositive

Extra opdrachten

Slide 35 - Diapositive