Les 13 - Rangtelwoorden, dagen, vakken

¡Bienvenidos a tu clase de español!
13
Hoy es miércoles
de octubre de 2024
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a tu clase de español!
13
Hoy es miércoles
de octubre de 2024

Slide 1 - Diapositive

El programa
1. Controlamos los deberes
2. Los días y los números ordinales
3. Video - asignaturas
4. Bijvoeglijk naamwoord
5. Deberes

Slide 2 - Diapositive

Nog even over die voca toets...
  • soy de Hollanda
  • ¿Commo te llama?  (cccrrllnn=> Carolina)
  • la pizzara of la pizarra
  • waar zet je accenten?
  • soy... vs me llamo... vs mi nombre es...

Slide 3 - Diapositive

Los días y
los números ordinales 
Página 23, ej 4 & 5

Klassikaal
- Video dagen + rangtel
- LessonUp sleepvragen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

L
O
S

D
í
A
S
sábado
miércoles
viernes
lunes
jueves
domingo
martes
donderdag
maandag
zondag
vrijdag
dinsdag
woensdag
zaterdag

Slide 6 - Question de remorquage

L
O
S

M
E
S
E
S
enero
abril
marzo
junio
mayo
julio
febrero
agosto
septiembre
octubre
noviembre
diciembre
mei
juni
juli
maart
februari
april
januari
augustus
september
oktober
november
december

Slide 7 - Question de remorquage

Primero
segundo
tercero
cuarto
quinto

Slide 8 - Question de remorquage

1e
2e
3e
4e
5e
6e
7e
8e
9e
10e
décimo/a
noveno/a
octavo/a
séptimo/a
sexto/a
quinto/a
cuarto/a
tercero/a
segundo/a
primero/a

Slide 9 - Question de remorquage

Las asignaturas
- Klassikaal video
- Vragen in LessonUp

Slide 10 - Diapositive

7

Slide 11 - Vidéo

Gooi de onbepaalde lidwoorden weg.
EL
LA
LOS
LAS
UN
UNA
UNOS
UNAS

Slide 12 - Question de remorquage

Bijvoeglijk naamwoorden
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 13 - Diapositive

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -O
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 14 - Diapositive

2. Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een -E.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 15 - Diapositive

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
       la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 16 - Diapositive

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes

  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles
VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 17 - Diapositive

Trabajamos
Página 24-25, ej 2 , 3 y 4

Slide 18 - Diapositive

00:45
Wat is "een school" in het Spaans?
A
Una escuela
B
Una computación
C
Un libro
D
Un colegio

Slide 19 - Quiz

01:17
Wat is "las ciencias" in het Nederlands?

Slide 20 - Question ouverte

01:31
Combineer de Nederlandse woorden met de Spaanse woorden
El maestro
La química
La biología
La física
De docent
Scheikunde
Biologie
Natuurkunde

Slide 21 - Question de remorquage

02:01
La maestra
El papel
El lápiz
La mochila
Las matemáticas
El escritorio

Slide 22 - Question de remorquage

02:26
Wat is een "auditorio"?
A
Een boek
B
Een zaal/een aula
C
Een school
D
Een klas

Slide 23 - Quiz

03:02
Waarom is Gustavo teleurgesteld?

Slide 24 - Question ouverte

03:29
Welke nieuwe woorden heb je geleerd?

Slide 25 - Carte mentale

Haz en la página 23:
Ejercicios 6, 7 y 8


Slide 26 - Diapositive

Quizlet 
Voca Unidad 2

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Aprender (leren):
Unidad 2, Voca NL-SP 1-30

Hacer (maken):
Tareas pág 23: 4, 5, 6, 7, 8
Los deberes para la próxima clase
¡Mucha suerte!

Slide 29 - Diapositive

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Slide 30 - Diapositive