Nederlands Hst 2 Taalverzorging: samengestelde zinnne

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 
hoef je te gebruiken. Rode woorden hoeven niet.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Heeft
de
buurvrouw
woensdag
verse
koekjes
gebakken?

Slide 7 - Question de remorquage

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 
hoef je te gebruiken.
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
voorzetsel
In
de
app
vroeg
Hamza
de
opdracht
van
het
wiskundehuiswerk.

Slide 8 - Question de remorquage

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
De juf
wil
met
een
ouderwetse
trein
door.
Duitsland.
reizen.

Slide 9 - Question de remorquage

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Na
de
sportles
krijgt
Nida
dorst.
intensieve

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Noem eens wat voegwoorden op

Slide 12 - Carte mentale

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

De persoonsvorm moet altijd een ...... zijn.

Slide 16 - Question ouverte

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
In de stortregen
zoekt
klas 2KL1
een bushokje
zodat
ze
kunnen
schuilen.

Slide 17 - Question de remorquage


Noteer de persoonsvorm.
In een safaripark lopen de dieren vrij rond. 
timer
0:30

Slide 18 - Question ouverte

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
Mikail
kan 
niet meer
pinnen
want
hij 
is
zijn pincode
vergeten.

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is een voegwoord?
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.

Slide 20 - Quiz

Wat is GEEN voegwoord?
A
als
B
wanneer
C
want
D
omdat

Slide 21 - Quiz

Sleep de  persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
Muhammed
kan 
niet meer
pinnen
want
hij 
is
zijn pincode
vergeten.

Slide 22 - Question de remorquage


Noteer de persoonsvorm.
Gisteren heeft zijn opa een vakantie geboekt.
timer
0:30

Slide 23 - Question ouverte

Bij alle voegwoorden plaats je een komma voor het voegwoord.
Behalve bij het voegwoord .......
A
maar
B
en
C
of
D
want

Slide 24 - Quiz

timer
20:00
Samengestelde zinnen

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive