vwo 2 Kapitel 3 Schultüte

havo 2 Kapitel 3 Mehrzahl
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsSecondary Education

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

havo 2 Kapitel 3 Mehrzahl

Slide 1 - Diapositive

Herzlich wilkommen!
Was machen wir heute? 
  • Lernliste 
  • Landeskunde: Schulstart
  • Grammatik: Plural 
  • Sprechen: Umlaute ä, ö, ü
Lernziel:
  • Je kent de Duitse traditie Schultüte en kan de verschillen tussen een D en een NL eerste schooldag benoemen.
  • Je kent de hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige nw.



Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lernliste
Kennst du die Wörter aus der Lernliste?
Schreibe alles auf was du kennst:
  • 4 Schulfächer
  • 4 Tage
  • 3 Uhrzeiten
  • 4 Dinge zum Thema Schule (zum Beispiel: het lesrooster, het proefwerk, het huiswerk, ...)
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Landeskunde

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Beantworde die Fragen
Fertig? 
google classroom

timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Het meervoud van zelfstandige nw.
Het lidwoord in het meervoud is altijd "die".
Mannelijk= (Umlaut) +e
der Ball → die Bälle
Vrouwelijk= + (e)n
die Straße → die Straßen
die Prüfung → die Prüfungen
Onzijdig= +e
das Heft → die Hefte
Onzijdige en mannelijke woorden die eindigen op -en, -el en -er blijven hetzelfde. 
das Mädchen → die Mädchen
der Lehrer → die Lehrer

Veel woorden die eindigen op -a, -i, -o en -y krijgen +s
das Handy → die Handys
das Auto → die Autos

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Grammatik
Was?
Seite 86 Aufgabe 28 
Wie?
4er Gruppe
Wie lange?
8 Minuten
Hilfe?
Schau ins Buch Grammatikübersicht
Fertig?
Aufgabe 29, online methode slim stamen
timer
8:00

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Sprechen
Seite 88

Aufgabe 28, 29

Slide 15 - Diapositive

Was hast du heute gelernt?

Slide 16 - Diapositive

Het meervoud bij het mannelijk geslacht 
Regel: woord + e (+ mogelijk een umlaut)
Alleen de a, o, u, au kunnen een umlaut krijgen! (bij  het mannelijk geslacht)
voorbeelden:                                                     



Uitzondering! 
Woorden in het ev op -en, -el, -er krijgen geen uitgang bij het mv!
Voorbeeld:


der Sohn
die Söhne
der Baum
die Bäume
der Tisch
die Tische
der Wagen
die Wagen

Slide 17 - Diapositive

Het meervoud bij het vrouwelijke geslacht
Hoofdregel: woord + -n, -en, -nen
Voorbeelden:                                
die Schule
die Schulen
die Frau
die Frauen
die Löwin
die Löwinnen

Slide 18 - Diapositive

Het meervoud bij onzijdige woorden
Regel: woord + e
Voorbeeld:                                   
Uitzondering! Woorden die eindigen op -en, el, -er krijgen geen uitgang bij het mv. 
das ZImmer
die Zimmer

Slide 19 - Diapositive