H4.2_Woon je verzekerd?

H4: Kies je voor zekerheid?

Als je binnenkomt:
  • Ga je zitten
  • Je bent stil
  • Je pakt je boek(en) en pen
  • Tas op de grond
  • Je bent klaar voor de les:)


timer
2:00
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H4: Kies je voor zekerheid?

Als je binnenkomt:
  • Ga je zitten
  • Je bent stil
  • Je pakt je boek(en) en pen
  • Tas op de grond
  • Je bent klaar voor de les:)


timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Plusopdrachten: 1 t/m 4 (blz 120) Rekenopdrachten: 1 + 2 (blz 122)

Slide 2 - Diapositive

H4.2: Woon je verzekerd?

Programma:
  • Doorlezen paragraaf 4.2
  • Lesdoelen par. 4.2
  • Uitleg en instructie
  • Huiswerk volgende les
  • Volgende les: Herhaling/reflectie en bespreken huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen

Na deze les weet je ....
  • Wat je hebt aan een aansprakelijkheidsverzekering
  • Wat het verschil is tussen een inboedelverzekering en opstalverzekering
  • Hoe je bij deze verzekeringen (inboedel en opstal) de premie kunt berekenen
  • Wat de gevolgen zijn van onderverzekering

Slide 4 - Diapositive

Uitleg en instructie...

Slide 5 - Diapositive

Wat is een AVP?
(= Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren)

Als je schade veroorzaakt bij een ander, moet jij die schade betalen. Met een AVP krijg je dit soort schades vergoed.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Inboedelverzekering


De spullen in je huis noem je inboedel.

Als je daaraan schade hebt door brand, inbraak of water dan wordt dat vergoed als je een inboedelverzekering hebt.

Slide 8 - Diapositive

Opstalverzekering
Schade aan je huis (het gebouw) door brand of storm wordt vergoed als je een opstalverzekering hebt.

  • Als je een huis huurt dan regelt de verhuurder dit.
  • Als je een eigen huis hebt moet je zelf deze 
verzekering afsluiten!

Slide 9 - Diapositive

Als ik schade maak aan spullen van een ander dan gebruik ik de volgende verzekering:
A
Aansprakelijkheidsver- zekering particulieren
B
Opstalverzekering
C
Inboedelverzekering

Slide 10 - Quiz

Premie woonhuisverzekering
De premie is meestal een bedrag voor elke €1000,- waarvoor je verzekerd bent.




Slide 11 - Diapositive

Piet sluit voor zijn huis een opstalverzekering af. De jaarpremie is €0,75 per €1000,- verzekerd bedrag. Het huis is verzekerd voor €435000,- Bereken welk bedrag Piet per maand aan premie betaald.
A
€750,-
B
€328,05
C
€328,50
D
€0,00172414

Slide 12 - Quiz

Premie berekenen aan de hand van een premietabel

Slide 13 - Diapositive

Piet heeft een uitgebreide inboedelverzekering voor €52000,- Hij woont in Regio C. Bereken voor Piet de jaarpremie.

A
€143,-
B
€ 161,20
C
€98,80

Slide 14 - Quiz

Oververzekering
Je bent voor een te hoog bedrag verzekerd. Dit is onnodig, want je betaald dan onnodig meer premie. Bij schade krijg je alleen de werkelijke schade uitgekeerd.

Slide 15 - Diapositive

Onderverzekering
Het verzekerde bedrag is lager dan de werkelijke waarde. Als je dan schade hebt is je vergoeding ook lager.

Slide 16 - Diapositive

Schadevergoeding bij onderverzekering berekenen.

Slide 17 - Diapositive

Schadevergoeding bij onderverzekering berekenen

Je inboedel is verzekerd voor €35000,- In werkelijkheid is die inboedel €50000,- waard. Bij een volgelopen riool is er een overstroming in jullie huis en is er €17500,- schade aan jullie inboedel. Bereken de schadevergoeding bij onderverzekering.

Slide 18 - Diapositive

vragen?

Slide 19 - Diapositive

Maken opdrachten 
Je hebt 15 minuten de tijd voor het maken van 
opgave 

Klaar? 
Maak van de plusopdrachten  

timer
15:00

Slide 20 - Diapositive

Bespreken opgave

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk volgende les
Maken Par.4.2 
Opdrachten  3 t/m 10

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Par.4.2: Opdrachten 3 t/m 10

Slide 23 - Diapositive

Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
  • Wat je hebt aan een aansprakelijkheidsverzekering
  • Wat het verschil is tussen een inboedelverzekering en opstalverzekering
  • Hoe je bij deze verzekeringen (inboedel en opstal) de premie kunt berekenen
  • Wat de gevolgen zijn van onderverzekering

Slide 24 - Diapositive

AVP is de afkorting voor
A
Aangewezen verzekering voor particulieren
B
Aanvullende verzekering voor particulieren
C
Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren

Slide 25 - Quiz

De AVP vergoedt
A
alle schade
B
alleen materiele schade
C
schade die je zonder opzet bij een ander veroorzaakt
D
schade die je bij jezelf zonder opzet veroorzaakt

Slide 26 - Quiz


Bij een onderverzekering betaal je
te weinig premie.
A
Juist
B
Onjuist
C
soms
D
alleen bij de inboedelverzekering

Slide 27 - Quiz

5. Wat is een inboedelverzekering?
A
Een verzekering voor je huisdier
B
Een verzekering voor alle spullen in je huis.
C
Een verzekering voor je kinderen die vernielen
D
Een verzekering voor schade aan je huis

Slide 28 - Quiz

Wat is een opstalverzekering?
A
Een verzekering voor als er schade is aan spullen die je opstalt.
B
Een verzekering voor als er schade is aan je huis zelf.
C
Een verzekering voor als er schade is aan je auto.
D
Een verzekering voor als er schade is aan je spullen.

Slide 29 - Quiz

Een opstalverzekering is verstandig als ...
A
de waarde van je inboedel heel hoog is
B
als je met veel mensen in één huis woont
C
als je eigenaar bent van een huis
D
je huurder bent van een huis

Slide 30 - Quiz

Wat is een onderverzekering?
A
Met een onderverzekering ben je altijd verzekerd voor het laagste bedrag.
B
Je bent onderverzekerd als de verzekerde som lager is dan daadwerkelijk geleden schade.
C
Je bent met een onderverzekering nooit onder verzekerd.

Slide 31 - Quiz

Wat is de formule om schade-uitkering bij onderverzekering uit te rekenen?
A
werkelijke waarde - schadebedrag x verzekerde waarde
B
werkelijke waarde - verzekerde waarde x schadebedrag
C
verzekerde waarde : werkelijke waarde x schadebedrag
D
werkelijke waarde : verzekerde waarde x schadebedrag

Slide 32 - Quiz

Huiswerk volgende les
Plusopdrachten: 5 t/m 9 (blz 120) Rekenopdrachten: 3 t/m 5 (blz 122)

Slide 33 - Diapositive