Mavo 2 - 3.1: Koning en rijke burgers

3.1: Koning en rijke burgers
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

3.1: Koning en rijke burgers

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Hoe werd Nederland een koninkrijk en wat veranderde er door de grondwet van 1848?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Koninkrijk der Nederlanden = De Fransen waren weg uit de Nederlanden en de mensen wilden een sterke koning (o.a. om op Frankrijk te letten).

Slide 4 - Diapositive

Stadhouder Willem V van Oranje
 (vader)
Koning Willem I van Oranje
(zoon)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Nieuwe grondwet in Nederland = Koning bestuurt samen met ministers en volksvertegenwoordigers (koning had meeste macht).

Slide 7 - Diapositive

Kanalenkoning = Willem I liet kanalen graven, wegen- en treinsporen aanleggen om de handel te verbeteren. 

Slide 8 - Diapositive

Koning Koopman = Willem I richtte de Nederlandsche Handelsmaatschappij op om buitenlandse handel te stimuleren.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Paragraaf 3.1
Maak opdracht 2 t/m 5 op blz. 61 in het werkboek.

Slide 11 - Diapositive

Je weet nu....
Hoe Nederland een koninkrijk werd

Slide 12 - Diapositive

Leerdoel
Hoe werd Nederland een koninkrijk en wat veranderde er door de grondwet van 1848?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

De Belgische opstand en Onafhankelijkheid (1830) = Grote verschillen tussen Belgen (katholiek, Frans/Vlaams) en Nederlanders (Protestants, Nederlands). Noorden van Nederland werd voorgetrokken volgens Belgen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Koning Willem I van Oranje
(vader)
Koning Willem II van Oranje
(zoon)

Slide 17 - Diapositive

1840 = Nederlandse Liberalen vinden dat de koning te veel macht heeft. Zij willen dat het volk meer invloed moet krijgen in het bestuur (de koning is het hier niet mee eens).

Slide 18 - Diapositive

1848 = Koning Willem II was bang voor een opstand dus geeft hij de Liberalen hun zin en laat door Dhr. Thorbecke een nieuwe grondwet schrijven.

Slide 19 - Diapositive

Constitutionele Monarchie
1. Ministers besturen het land (koning mag niet zelf beslissen).
2. Ministers moeten nieuwe wet laten goedkeuren door volksvertegenwoordiging.
3. Verkiezingen voor de Tweede Kamer.
4. Provinciebestuur kiest leden voor Eerste Kamer.
5.  Alleen mannen met genoeg geld mogen stemmen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Paragraaf 3.1
Maak opdracht 6 t/m 8 op blz. 61 en 62 in het werkboek.

Slide 22 - Diapositive

Je weet nu....
Hoe Nederland een koninkrijk werd en wat er veranderde door de grondwet van 1848

Slide 23 - Diapositive