StuVa 'voor jezelf opkomen'

• Mentorles
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Studievaardigheden

Terugblik-opdracht

Leerdoelen

1. Hoe kom ik voor mezelf op?
2. Kun je soms ook 'nee' zeggen?
3. Hoe kan ik aardig zijn voor anderen?

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Zo kom je voor jezelf op

Op school houd je vaak rekening met anderen en dat is goed.

Maar vergeet niet dat je ook rekening moet houden met je eigen wensen.

In welke situaties ben je weleens voor jezelf opgekomen?

1. Een docent had me een verkeerd cijfer gegeven.
2. Een klasgenoot deed onaardig tegen me.
3. Iemand speelde vals bij een spel.

In welke situaties ben je weleens voor jezelf opgekomen?

1. Bij een groepsopdracht waren taken oneerlijk verdeeld.
2. Iemand wilde iets lenen, maar ik had het zelf nodig.
3. Een docent gaf mij de schuld terwijl het niet mijn schuld was.

In welke situaties ben je juist NIET voor jezelf opgekomen?

1. Een docent had me een verkeerd cijfer gegeven.
2. Een klasgenoot deed onaardig tegen me.
3. Iemand speelde vals bij een spel.

In welke situaties ben je juist NIET voor jezelf opgekomen?

1. Bij een groepsopdracht waren taken oneerlijk verdeeld.
2. Iemand wilde iets lenen, maar ik had het zelf nodig.
3. Een docent gaf mij de schuld terwijl het niet mijn schuld was.

Voor jezelf opkomen

Je kunt voor jezelf opkomen.

Ook zonder de ander te kwetsen.

Leg uit waarom iets jou niet uitkomt of waarom je iets niet eerlijk vindt.

Nee zeggen.

Je hoeft niet altijd 'JA' te zeggen.

Als iemand vraagt of zij of zij je huiswerk mag overschrijven, maar je voelt je er niet prettig bij, zeg dan NEE.

Leg uit waarom het voor jou niet goed voelt.

Verdedig jezelf

Als iemand je onterecht ergens de schuld van geeft (bijvoorbeeld de docent), dan is er sprake van een misverstand.

Blijf niet stil, maar ga ook niet schreeuwen of schelden. Leg uit wat er volgens jou wel gebeurd is.

Wees aardig voor anderen.

Voor jezelf opkomen betekent niet dat je geen rekening hoeft te houden met anderen.

Let daarom extra goed op of anderen blij zijn.

Is iemand opeens stil of kijkt iemand sip, vraag dan wat er aan de hand is.

Maak vragen 4 t/m 9

op bladzijde 94

Maak de vragen op blz. 95

In welke situaties ben je juist NIET voor jezelf opgekomen?

Leerdoelen

1. R
2. T1
3. T2
4. I

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Instructie 

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen