Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Variabelen
Slide 1 - Diapositive
Wat is een variabele
Een variabele is een gereserveerde plaats in het geheugen van de computer waar een waarde (getal, tekst, …) kan opgeslagen worden.
Door een variabele aan te spreken binnen je programma, kan je de waarde uit deze variabele gebruiken in berekeningen en uitvoer.
Slide 2 - Diapositive
Een eerste voorbeeld
Slide 3 - Diapositive
De kat zegt jouw naam
Maak een programma dat de volgende gegevens zegt:
Voornaam
Familienaam
Leeftijd
Sla de gegevens op in een variabele
Slide 4 - Diapositive
De kat zegt jouw naam
Slide 5 - Diapositive
De kat vraagt jouw gegevens
Maak een nieuw programma dat de volgende gegevens vraagt, opslaat en daarna herhaalt:
Voornaam
Familienaam
Leeftijd
Sla de gegevens op in een variabele
Slide 6 - Diapositive
De kat zegt vraagt jouw gegevens
Slide 7 - Diapositive
Conversatie
Ontwerp een toepassing die volgende conversatie nabootst tussen computer en gebruiker. De antwoorden van de gebruiker (naam, aantal honden en aantal katten) worden na de invoer opgeslagen in een variabele.
Slide 8 - Diapositive
Conversatie
Slide 9 - Diapositive
Conversatie2
Ontwerp een toepassing die volgende conversatie nabootst tussen computer en gebruiker. De antwoorden van de gebruiker (naam, aantal honden en aantal katten) worden na de invoer opgeslagen in een variabele.
La durée de la leçon est: 60 min
