WOI oorzaken/terugvragen

De Eerste Wereldoorlog


Oorzaken en verloop
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Eerste Wereldoorlog


Oorzaken en verloop

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan wij doen?
Herhaling
Terugvragen
Lezen en maken
Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Eerst de naam...
  • De naam 'Eerste Wereldoorlog' werd pas voor het eerst rond 1920 gebruikt.

  • Veelgebruikte namen voor de oorlog zijn (nu nog steeds): The Great War (En.), Der Grosse Krieg (Dld.), La Grande Guerre (Fr.) of De Groote Oorlog (Bel.)

Slide 3 - Diapositive









"De oorlog die alle 
oorlogen zou beëindigen"

Slide 4 - Diapositive




De Frans-Duitse Oorlog
1870-1871






Frankrijk verliest de oorlog

Slide 5 - Diapositive

Gevolg


Frankrijk raakt 
Elzas-Lotharingen kwijt







Zorgt voor wraakgevoelens bij Frankrijk

Slide 6 - Diapositive

Gevolg

Duitsland ontstaat
1871







In één keer komt er een groot nieuw land bij

Slide 7 - Diapositive

Het machtsevenwicht wordt nu verstoord

Slide 8 - Diapositive

Oorzaak 


Nationalisme







Extreme trots op het eigen volk en land: 'Ons land is het beste!'

Slide 9 - Diapositive

Oorzaak 


Modern imperialisme







De Europese landen willen hun macht uitbreiden in Azië en Afrika.

Slide 10 - Diapositive

Oorzaak 


Militarisme







Trots op alles wat met het eigen leger te maken heeft
Vertrouwen in de kracht van het eigen leger

Slide 11 - Diapositive

Oorzaak 


Bondgenootschappen







Economische en militaire afspraken tussen de landen: Wij helpen elkaar!

Slide 12 - Diapositive

Oorzaak 


Wapenwedloop







Vooral tussen Engeland en Duitsland ontstaat 
een felle strijd om wie de sterkste en meeste wapens heeft

Slide 13 - Diapositive

Oorzaak 5


Modern imperialisme







De Europese landen willen hun macht uitbreiden in Azië en Afrika.

Slide 14 - Diapositive

Oorzaak 6


Nationalisme







Extreme trots op het eigen volk en land: 'Ons land is het beste!'

Slide 15 - Diapositive

Oorzaak 7


Militarisme







Trots op alles wat met het eigen leger te maken heeft
Vertrouwen in de kracht van het eigen leger

Slide 16 - Diapositive

Oorzaak 8


Bondgenootschappen







Economische en militaire afspraken tussen de landen: Wij helpen elkaar!

Slide 17 - Diapositive

Alle oorzaken zorgen voor een eplosieve situatie in Europa
Het wachten is op het aansteken van de lont...

Slide 18 - Diapositive

Bosnië is in 1914 deel van Oostenrijk-Hongarije, maar niet iedereen is daar blij mee. Een groep nationalisten, de Bende van de Zwarte Hand, wil bij Servië horen en willen ver gaan om dit doel te bereiken...

Slide 19 - Diapositive

Aanleiding

Gavrilo Princip vermoordt Franz-Ferdinand








De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije bracht op 28 juni 1914 een bezoek aan de Bosnische stad Sarajevo. Daar wordt hij vermoord
door de Bende van de Zwarte Hand.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive


Wij gaan winnen!

Overal in Europa is er veel enthousiasme om
te gaan vechten én vertrouwen om te winnen: 
met Kerst zijn we weer thuis zijn!

Deze oorlog is goed:
ein frischer fröhlicher Krieg

Slide 22 - Diapositive


Von Schlieffenplan




  • Duitsland was ingesloten tussen twee vijanden: Frankrijk en Rusland
  • Om een tweefrontenoorlog te voorkomen wilden de Duitsers met dit plan eerst snel Frankrijk uitschakelen, om daarna Rusland te kunnen verslaan

Slide 23 - Diapositive


Loopgravenoorlog




  • Het Von Schlieffenplan mislukt: de opmars van Duitsland loopt vast in Noord-Frankrijk en België
  • Aan beide kanten van het front worden loopgraven gegraven

Slide 24 - Diapositive

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 25 - Quiz

Welk woord heeft niets te maken met nationalisme?
A
vlag
B
land
C
mitrailleur
D
volk

Slide 26 - Quiz

Welk woord heeft niets te maken met militarisme?
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles

Slide 27 - Quiz

De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 28 - Quiz

In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 29 - Quiz

Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Slide 30 - Quiz

Van welk land was het Von Schlieffen-plan het aanvalsplan?

Slide 31 - Question ouverte

Welk woord wordt bedoeld?
vrienden – helpen – landen - oorlog

Slide 32 - Question ouverte

Welk land hoort niet bij de Centralen
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Bulgarije
C
Duitsland
D
Frankrijk

Slide 33 - Quiz

Bij welk bondgenootschap hoorde Frankrijk in 1914?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
As-landen
D
NAVO

Slide 34 - Quiz

Bij welk bondgenootschap hoorde Rusland in 1914?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
As landen
D
NAVO

Slide 35 - Quiz

Welk land hoort niet bij de Geallieerden?
A
Engeland
B
Verenigde Staten
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 36 - Quiz

Met een front wordt bedoeld:
A
De plaats waar gevochten wordt.
B
De wapenfabrieken
C
De plaats waar een oorlog gepland wordt.
D
De voorkant van een leger.

Slide 37 - Quiz

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in West-Europa een loopgravenoorlog uitgevochten
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

Een loopgravenoorlog kan nooit een tweefrontenoorlog zijn:
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

In de Eerste Wereldoorlog vochten, vooral aan Britse en Franse zijde mensen uit hun kolonies mee.

Maak de zin af. Dat mensen uit de kolonies meevechten, is voornamelijk een gevolg van ...
A
het nationalisme
B
het modern imperialisme
C
de bondgenootschappen
D
het militarisme

Slide 40 - Quiz

Je kent het verschil tussen oorzaak en aanleiding. Twee zinnen daarover:

I De aanleiding heeft altijd met geweld te maken. Het is een oorlog, of een moord, of een vechtpartij. Oorzaken hebben niet altijd met geweld te maken.

II De aanval van Duitsland op België en Frankrijk was de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog
A
Zin I is juist, zin II is onjuist.
B
Zin I is onjuist, zin II is juist.
C
Zin I en II zijn allebei juist.
D
Zin I en II zijn allebei onjuist.

Slide 41 - Quiz

Hoe kon de moord op Franz-Ferdinand leiden tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moordenaar was door Rusland gestuurd. Daarom verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Rusland; de overige grote landen kozen toen partij voor hun bondgenoten.
B
Frankrijk voelde zich door de moord bedreigd door Duitsland en Oostenrijk-Hongarije en verklaarde snel aan Duitsland de oorlog, waarna de andere landen zich aansloten.
C
De moordenaar kwam uit Servië, daarom verklaarde Oostenrijk-Hongarije aan dit land de oorlog. Duitsland steunde Oostenrijk-Hongarije. Vervolgens verklaarde iedereen elkaar de oorlog
D
De kogel was eigenlijk bedoeld voor de Duitse keizer Wilhelm II. Uit wraak verklaarde Duitsland toen de oorlog aan Rusland en aan Frankrijk.

Slide 42 - Quiz

Vragen?
Aan de slag met 3.3
Lees 3.3
Maak vraag 37, 38, 40, 43, 45, 46

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Vidéo