tussentijdse toets

In welke tuin is symmetrie belangrijk?
A
cottage stijl
B
renaissancetuin
C
middeleeuwse stijl
D
victoriaanse stijl
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

In welke tuin is symmetrie belangrijk?
A
cottage stijl
B
renaissancetuin
C
middeleeuwse stijl
D
victoriaanse stijl

Slide 1 - Quiz

De tuin is verdeeld in verschillende ruimtes die een eigen karakter hebben. Hoe heet zo'n tuin?
A
een tuin in cottagestijl
B
een tuin in barokstijl
C
een tuin in Engelse landschapsstijl
D
een tuin in middeleeuwse tuin

Slide 2 - Quiz

Wat past bij een duurzame tuin?

meerdere antwoorden mogelijk!
A
milieuvriendelijk
B
chinees hardsteen
C
veel verharding
D
zuinig met materialen

Slide 3 - Quiz

Hoe teken je een ontwerptekening?
A
in 3D
B
als plattegrond
C
als zijaanzicht
D
in 2D

Slide 4 - Quiz

Wat betekent schaal 1:50?
A
1 cm is in werkelijkheid 50m
B
50 cm is in werkelijkheid 1 cm
C
50 cm is in werkelijkheid 1 m
D
1 cm is in werkelijkheid 50 cm

Slide 5 - Quiz

Een terras is 6 m breed. De schaal op tekening is 1:20.
Hoeveel cm is dat op de tekening?
A
30 cm
B
12 cm
C
20 cm
D
6 cm

Slide 6 - Quiz

Hoeveel cm staat de kaderlijn vanaf de buitenrand van het papier
A
0,5 cm
B
1,0 cm
C
1,5 cm
D
2,0 cm

Slide 7 - Quiz

Welke gegevens staan er in het etiket van een tuintekening?
A
wensen van de klant
B
schaal van de tekening
C
naam ontwerper
D
prijs van het ontwerp

Slide 8 - Quiz

In een tekening staat een pijl. Waar wijst de pijlpunt naar toe?
A
het zuiden
B
het westen
C
het noorden
D
het oosten

Slide 9 - Quiz

Op een ontwerptekening worden de gebruikte symbolen uitgelegd. Hoe noem je dit?

A
schets
B
etiket
C
aantekening
D
legenda

Slide 10 - Quiz

Welke elementen kleur je donker in een tekening?
A
bomen
B
heesters
C
vaste planten
D
eenjarige planten

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je dit
houten bouwwerk?
A
border
B
pergola
C
vlonder
D
schutting

Slide 12 - Quiz

Welke gegevens heb je nodig om een goed tuinontwerp te kunnen maken?
A
grondwaterstand
B
tekening van het huis
C
waar de stopcontacten in huis zitten.
D
afmetingen van de tuin

Slide 13 - Quiz

Welk gereedschap kies je voor het vlakmaken van de grond
A
frees
B
spade
C
rechttandhark
D
schoffel

Slide 14 - Quiz

Welke gereedschappen heb je nodig voor het uitzetten van een rechthoek?
A
jalon, lijn, waterpas, haakse hoek
B
waterpas, haakse hoek, lijn, piketten
C
meetlint, haakse hoek, waterpas, piketten
D
haakse hoek, meetlint, lijn, piketten.

Slide 15 - Quiz

Schuttingpaal is 240 cm lang. Hoeveel cm moet deze in de grond staan voor een stabiele schutting?
A
55 cm
B
80 cm
C
110 cm
D
160 cm

Slide 16 - Quiz

Wat is een cunet?
A
het uitgegraven deel waar de bestrating moet komen
B
Daar waar de nieuwe bestrating ligt
C
het zand wat onder de bestrating ligt
D
het zandbed wat is afgetrild

Slide 17 - Quiz

Wat betekent: de klik is 2 cm?
A
De bestrating 2cm hoger ligt dan de kantopsluiting
B
De bestrating 2cm lager ligt dan de kantopsluiting
C
De bestrating 2cm hoger ligt dan het Peil
D
De bestrating 2cm lager ligt dan het peil

Slide 18 - Quiz

Een boompaal wordt geplaatst aan de ........
A
noordoost kant
B
west kant
C
zuidwest kant
D
oost kant

Slide 19 - Quiz

Er worden 5 haagplanten per meter geplant. Ik begin met een halve plantafstand. Lengte haag 20 m.
Hoeveel planten moet ik bestellen?
A
99
B
100
C
110
D
101

Slide 20 - Quiz

Op welke diepte moet bomen of haagplanten geplant worden
A
iets dieper dan als ze op de kwekerij stonden
B
iets ondieper dan als ze op de kwekerij stonden
C
Minimaal 20 cm dieper dan op de kwekerij
D
net zo diep dan als ze op de kwekerij stonden

Slide 21 - Quiz

Welke bestratingsverband kies je als er zwaar verkeer over gaat rijden?

A
blokverband
B
ellenboog verband
C
halfsteensverband
D
keperverband

Slide 22 - Quiz

Wat is een kielsteek?
A
een strakke afwerking van een gazon
B
een speciale breisteek
C
een plantgat voor een boom
D
een speciaal gereedschap voor het gazon

Slide 23 - Quiz

Wat is een verschil tussen een gazon inzaaien of graszoden leggen?
A
ingezaaid gazon is duurder
B
ingezaaid gazon kun je eerder betreden
C
ingezaaid gazon is goedkoper
D
ingezaaid gazon groeit sneller

Slide 24 - Quiz

In een tuin wordt aangelegd: gazon, beplanting, vijver, bestrating. Wat is de juiste werkvolgorde?
A
gazon, beplanting, bestrating, vijver
B
bestrating, vijver, gazon, beplanting
C
beplanting, vijver, gazon, bestrating
D
vijver, bestrating, beplanting, gazon

Slide 25 - Quiz