HFD 6 Utrecht: bisdom, Sticht en stad

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je dat het hoofdstuk 'Utrecht: bisdom, Sticht en stad over gaat?

Slide 2 - Carte mentale

HFD 6 Utrecht: bisdom, Sticht en stad

Periode: Vroege Middeleeuwen
Tijdvak: Tijd van monniken en ridders (500- 1000)

Periode: Late Middeleeuwen
Tijdvak: Tijd van steden en Staten (1000 - 1500)

Slide 3 - Diapositive

Planning
Vooruitblik
Leerdoelen
6.1 Bisschopsstad en Sticht
Opdrachten
Herhaling

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
Deelvraag: Welke periodes van bloei en neergang kende Utrecht in de Middeleeuwen?
  1. Je kan benoemen wie de macht hadden in het noordelijke rivierengebied.
  2. Je kan uitleggen hoe de Friezen werden bekeerd en door wie.
  3. Je kan uitleggen wat het verdrag van Verdun inhield en wat het gevolg was.
  4. Je kan verklaren waarom de bisschopszetel van Utrecht werd verplaatst naar Deventer.
  5. Je kan uitleggen wat een gebeurtenis, verschijnsel en ontwikkeling is.

Slide 5 - Diapositive

Bisdom Utrecht
  • De Merovingen zagen het noordelijke rivierengebied als  koninklijk bezit.
  • Koning Dagobert (603-639) stuurde missionarissen.
  • Utrecht kreeg toen haar eerste kerk.
  • Na Dagobert heerste er verdeeldheid in het Frankische Rijk. 
  • De Friezen gehoorzaamden niet meer.

Slide 6 - Diapositive

Wie waren de Merovingers?

Slide 7 - Question ouverte

Bisdom Utrecht
  • Pippijn II (635 - 714) ondernam veldtochten tegen de Friezen
  • Monniken uit Engeland > Friezen kerstenen.
  • Willibrord begon de bekering van de Friezen.
  • 695: Gewijd tot bisschop van de Friezen
  • Utrecht werd de bisschopszetel.
  • Bonifatius zette het werk voort.
  • 754: Vermoord bij Dokkum

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn missionarissen?

Slide 9 - Question ouverte

Macht en onmacht van de Frankische koningen en keizers
  • Pippijn de Korte (714 - 768) stichtte een nieuwe koningsdynastie: de Karolingen.
  • Karel de Grote (747-814) verenigde delen van Europa. 
  • 800: gekroond tot keizer.
  • De eenheid hield niet stand: 
  • 843: Verdrag van Verdun
  • Oostelijk, Westelijk deel en het Middenrijk. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Waarom werd Karel de Grote gekroond tot keizer?

Slide 12 - Question ouverte

Macht en onmacht van de Frankische koningen en keizers
  • Oorlogen > nieuwe verdeling:
  • Noordelijke kustgebied bij Oost-FR
  • Gevolg vd oorlogen: bestuur erg verzwakt.
  • Noormannen plunderde het Europese vasteland.
  • 834-863: plunderen van Dorestad
  • Mensen trokken weg.
  • Bisschopszetel van Utrecht naar Deventer.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wie waren de Noormannen ook alweer?

Slide 15 - Question ouverte

Wat deden de Noormannen nog meer naast plunderen?

Slide 16 - Question ouverte

Gebeurtenis, verschijnsel, ontwikkeling
Iets dat is gebeurd (aantoonbaar) = gebeurtenis

Herhaling van een gebeurtenis = verschijnsel

De manier waarop iets verandert = ontwikkeling

Slide 17 - Diapositive

Opdrachten 6.1
Maak opdrachten 1 t/m 5 van 6.1

Slide 18 - Diapositive

Wie had de macht over het noordelijke rivierengebied?

Slide 19 - Question ouverte

Wie probeerde de Friezen te bekeren?
A
Liudger
B
Bonifatius
C
Willibrord
D
Frank de Vries

Slide 20 - Quiz

Wie probeert daarna nog meer de Friezen te bekeren?
A
Bonifatius
B
de paus
C
Liudger
D
Patrick

Slide 21 - Quiz

Verdrag van Verdun 843

Slide 22 - Diapositive

Wat kan je uit de kaart afleiden over de verdeling van het rijk na de dood van Karel de Grote? Duid de juiste antwoorden aan.
A
Lodewijk de Vrome, Karels zoon erfde het volledige rijk
B
Het rijk werd door het verdrag van Verdun gesplitst
C
Zijn zonen Lotharius, Karel de Kale en Lodewijk de Duitser erfden elk een stuk van het rijk
D
Karel de Kale kreeg West-Francië

Slide 23 - Quiz

Waarom werd de bisschopszetel verplaatst van Utrecht naar Deventer?

Slide 24 - Question ouverte


Leg uit wat een gebeurtenis, een verschijnsel en een ontwikkeling is.

Slide 25 - Question ouverte