H6 P3: sociale zekerheid

Sociale zekerheid
Hoofdstuk 6 paragraaf 3
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Sociale zekerheid
Hoofdstuk 6 paragraaf 3

Slide 1 - Diapositive

Agenda

  1. Introductie
  2. Voorkennis ophalen
  3. Instructie
  4. Samen oefenen
  5. Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel


Ik kan uitleggen wat de overheid doet iedereen sociale zekerheid te geven

Slide 3 - Diapositive

Overheid

Slide 4 - Carte mentale

Sociale zekerheid
Wanneer je niet genoeg geld hebt om van te leven

dan zorgt de overheid voor een inkomen (geld om van te leven)

Dit noem je SOCIALE ZEKERHEID

Slide 5 - Diapositive

Wie of wat zorgt voor genoeg geld om te leven wanneer je geen baan hebt?
A
Je familie
B
De gemeente
C
De EU
D
De overheid

Slide 6 - Quiz

Hoe komt de overheid aan geld om de sociale zekerheid van te betalen?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Bruto- & nettoloon
Brutoloon = loon dat je werkgever moet betalen, maar waar nog belasting en sociale premies van af moeten

Nettoloon = loon dat jij op je rekening gestort krijgt. Belasting en sociale premies zijn hier al van af

Slide 9 - Diapositive

Wanneer je werkt, betaal je altijd belasting aan:
A
Werklozen
B
Daklozen
C
De overheid
D
Je betaalt geen belasting

Slide 10 - Quiz

Als je werkt betaal je niet alleen belasting, maar ook
A
Sociale premies
B
Asociale premies
C
Premies
D
Sociologische premies

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je het loon voordat je belasting en sociale premies hebt betaald?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe noem je het loon nadat je belasting en sociale premies hebt betaald?

Slide 13 - Question ouverte

Werkloos
Als je werkloos wordt, dan heb je recht op een 
WW-uitkering = een tijdelijke uitkering wanneer je buiten je eigen schuld werkloos wordt


Slide 14 - Diapositive

Werkloos
Als je werkloos wordt, dan heb je recht op een 
WW-uitkering = een tijdelijke uitkering wanneer je buiten je eigen schuld werkloos wordt

Minimaal 3 maanden
Maximaal 2 jaar (24 maanden)


Slide 15 - Diapositive

Als je zelf ontslag neemt, heb je recht op een WW-uitkering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

De WW-uitkering duurt maximaal
A
3 maanden
B
1 jaar
C
2 jaar
D
3 jaar

Slide 17 - Quiz

Na de WW-uitkering
WW-uitkering afgelopen? Dan heb je recht op een
bijstandsuitkering

Deze is voor iedereen met te weinig inkomsten

Slide 18 - Diapositive

Bijstand

Slide 19 - Diapositive

WW-uitkering
Bijstand
Werkloos langer dan 2 jaar
Werkloos korter dan 2 jaar
Buiten je eigen schuld
Het kan ook je eigen schuld zijn

Slide 20 - Question de remorquage

Begrippen H6 P3

Slide 21 - Carte mentale

Dit snap ik nog niet zo goed:

Slide 22 - Question ouverte