Taal- of spraakstoornissen kunnen ontstaan door:
- veroudering, NAH of andere aandoening.
- problemen in de waarneming (horen/ binnenkrijgen/ opnemen)
Sensorische verwerkingsstoornis: verstoorde verwerking van prikkels in de hersenen.
- taal niet begrijpen (anderstalig, bewustzijn, Dyslexie)
- problemen met produceren van taal (anderstalig, aandoening)
Dysartrie = stoornis van de articulatiespieren (tgv: spacticiteit; verlamming)
Mutisme + Anartrie = helemaal niet kunnen praten
Spraak-apraxie = moeite met uitspreken woorden. Hierdoor minder verstaanbaar.