4M unit 2 Catch Up and writing

4M Unit 2 Catch Up and email writing
Please sit down, start up your devices, open up your online books and lesson up.
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

4M Unit 2 Catch Up and email writing
Please sit down, start up your devices, open up your online books and lesson up.

Slide 1 - Diapositive

Catch up
Next week we have the test so let's see if you know your stuff

Slide 2 - Diapositive

Bijwoorden en bijvoegelijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. The beautiful girl
Een bijwoord zet iets over de manier waarop iets gebeurd, vaak een bijvoeglijk naamwoord of een werkwoord. The girl dances beautifully

Slide 3 - Diapositive

Present Simple
You use the Present Simple for things you always, never or regularly do or something that is a fact.

I always work till  six. Do  you always work to six? I don't always work to six.
I love chololate, Do I love chocolate. I don't love chocolate

Slide 4 - Diapositive

Present Continuous
We use the Present Continuous when we talk about things that are going on right now.

I am talking to you! Are you talking to me? I'm not talking to you!

Slide 5 - Diapositive

Wordorder
Wie doet wat ( evt met wie of wat) waar en wanneer?

Slide 6 - Diapositive

Passive
In an active sentence the subject is active. He beats his little sister.
In a passive sentence the subject is passive. The boy is beaten by his little brother.

In een passive gebruik je to be+ volt.deelwoord

Slide 7 - Diapositive

Writing
Formeel/informeel taalgebruik

Slide 8 - Diapositive

Hoe noem je het soort taalgebruik waarmee je collega’s aan kunt spreken?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
C
Persoonlijk taalgebruik

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je het soort taalgebruik waarmee je klanten aan kunt spreken?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
C
Persoonlijk taalgebruik

Slide 10 - Quiz

Formeel taalgebruik is netjes.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 11 - Quiz

How to write a formal email

Slide 12 - Diapositive

De start van een email

Slide 13 - Diapositive

Most important
De plaats van het email adres

Slide 14 - Diapositive

This is the layout of an email.
To - cc - (optional: bcc) - subject...

Slide 15 - Diapositive

TO: Hoofdontvanger.
CC: Niet zo belangrijk als de hoofdontvanger.
BCC: Onzichtbare ontvanger.

Slide 16 - Diapositive

SUBJECT:
Onderwerp van de email. 
Altijd kort.

Slide 17 - Diapositive

Het email adres van de hoofdontvanger staat bij:
A
TO:
B
CC:
C
BCC:
D
Subject:

Slide 18 - Quiz

Personen die een email ook moeten ontvangen maar geen hoofdontvanger zijn staan bij:
A
TO:
B
CC:
C
BCC:
D
Subject:

Slide 19 - Quiz

Wanneer gebruik je de BCC als je een mailtje verstuurd?
A
Dit is precies hetzelfde als CC.
B
Om iemand onzichtbaar de mail ook te versturen.
C
Om je mail met spoed te sturen.
D
Staat voor: Big Compagny Components

Slide 20 - Quiz

Het onderwerp van een email is altijd:
A
Kort.
B
De kern van de inhoud.
C
Minimaal 2 woorden.
D
Maximaal 8 woorden.

Slide 21 - Quiz

How would you start your email?

Slide 22 - Carte mentale

Aanhef

- CAPITAL LETTERS

- No full stop after Mr/Ms

- Mr/Ms + only surname


Dear Sir/Madam,

Dear Mr Jones,

Dear Ms Jones,

Dear reader,

Slide 23 - Diapositive

Inleiding

I am writing you to ....

I am writing you because ....

I am writing in response to ...

Slide 24 - Diapositive

Middenstuk
Name, age, city, country
My name is Louis van Gaal. I am 71 years old and I live in Noordwijk aan Zee, the Netherlands.
Learn by heart!!!

Slide 25 - Diapositive

Welke aanhef is onjuist?
A
Dear Ms Blackburn,
B
Dear Sir/Madam
C
Dear Mr Jackson,
D
Dear Sir Brown

Slide 26 - Quiz

Welke aanhef is onjuist?
A
Dear Mr Birds,
B
Dear Mr/Ms Jones,
C
Dear Sir/Madam,
D
Dear Ms Oliver,

Slide 27 - Quiz

Cover all the items!

Slide 28 - Diapositive

Slotzin

I look forward to your answer.

I look forward to your reply.

I am looking forward to hearing from you soon.

Learn by heart!

Slide 29 - Diapositive

Vertaal (formele email):
Ik kijk ernaar uit om binnenkort van u te horen.
A
I'm looking forward to hearing from you soon.
B
I look forward to hear from you soon.
C
I am looking forward to hear from you soon.
D
I am looking forward to hearing from you soon.

Slide 30 - Quiz

Afsluiting

Yours faithfully,    (if started with Dear Sir/Madam,)

Yours sincerely,    (if started with Dear + surname,)

Kind regards,         (is always correct!) 


* skip a line


Your given name and surname

Slide 31 - Diapositive

Tips

- Skip lines as often as possible. Preferably after every topic.

- Read carefully.

- Learn some sentences by heart.

- Use your dictionary as often as possible.

- Structure your email with words like First, Second, Third, Last.

- Do not use abbreviations like I can't or I don't. (Use I can not, I do not)


Slide 32 - Diapositive

In een formele email is het prima om afkortingen te gebruiken (bijv. I'm, I'll, can't..)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Als je een opsomming geeft in een formele email wat is beter om te gebruiken?
A
Then
B
First, second, last

Slide 34 - Quiz

Formal
Informal
Regards, 
Clive
See you soon, 
Clive!
Hi Claude!
Lovely to hear from you!
Thank you for your email
I look forward to meeting you.
I hope we can meet up!

Slide 35 - Question de remorquage

Correct
Incorrect
I've seen
I have seen
I look forward to
I want
I would like
I live in...

Slide 36 - Question de remorquage

Na de aanhef volgt altijd een...
A
punt
B
komma

Slide 37 - Quiz

Je verdeelt je middenstuk in alinea's door...
A
elk 'onderwerp' een nieuwe alinea te geven
B
na je inleiding en voor je afsluiting een witregel te gebruiken.

Slide 38 - Quiz

'Love,' is een goede manier om je formele email af te sluiten
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

Indeling formele email
Een formele e-mail deel je als volgt in. Na elke stap komt een witregel:

  • Onderwerp: geef je e-mail altijd een duidelijk onderwerp, zodat de lezer weet wat hij/zij kan verwachten.
  • Aanhef: begin je e-mail met Dear Mrs / Ms / Mr + achternaam of Dear Sir/Madam als je de naam van de geadresseerde niet kent.
  • Middenstuk: hier schrijf je waar het om gaat in je e-mail. Voor elk nieuw onderwerp begin je een nieuwe alinea. Na elke alinea komt een witregel.
  • Afsluiting: sluit je e-mail af met Yours faithfully (als je de naam van de geadresseerde niet weet) of Yours sincerely (als je de naam van de geadresseerde weet). Eindig met je voor- en achternaam.

Slide 40 - Diapositive

Now it's up to you!
The teacher will hand out the exercise :)

Slide 41 - Diapositive