3hb-13-2-lesen-ueben-text4-5

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lernziele heute:

-  ich kann einen Text verstehen und Fragen beantworten

- Hausaufgabe: Oefentoets Zugspitze (Dienstag besprechen)

Bitte Texte lesen üben auf den Tisch.

Hausaufgabe war:

- Text 4 und Text 5 = 7 Fragen (= niet langer dan 35 minuten)

=> in tweetallen overleggen:

- Hebben jullie hetzelfde

- Waar staat het antwoord in de tekst? 

=> Markeer in de tekst

=> Pas jouw antwoord aan, als nodig

De basis: De docent zorgt voor een veilige werksfeer. 

De leerlingen werken mee aan een veilige werksfeer.

Waarschuwing (1x, daarna briefje halen):

- schelden

- praten tijdens stilte

- propjes gooien

- aan iemands spullen zitten

Briefje halen (zonder waarschuwing):

- Iemand bedreigen

- slaan

- schoppen

- dingen gooien

schorsing:

- vechtpartij

12) Welche Aussage stimmt mit Absatz 1 überein?

1. Caroline bestimmt meistens, was Janina und sie tun.
2. Caroline und Janina haben sich sehr aneinander gewöhnen müssen.
3. Caroline und Janina sehen sich nur, wenn Janina darum bittet.
4. Caroline unterstützt Janina, wenn Janina Stress hat.

=> Caroline unterstützt Janina, wenn Janina Stress hat.

13) Welches Wort deutet auf Janina hin? (Absatz 1)

1. 15-Jährige
2. Mentorin
3. Studentin

=> Janina = 15-Jährige 

(Caroline = Studentin/Mentorin)

14) Was macht Absatz 2 deutlich über Janina?

1. Sie geht oft nicht zur Schule, wenn sie muss.
2. Sie macht sich viele Sorgen wegen der Schule.
3. Sie soll lernen, positiver über Schule zu denken.
4. Sie weiß schon, was sie nach der Schule lernen will.

=> Sie soll lernen, positiver über Schule zu denken.

15) Auf welche Weise hat Caroline Janina geholfen? (Absatz 3)

1. Sie hat dafür gesorgt, dass Janina keine Angst hatte, sich zu bewerben.
2. Sie hat für Janina zwei Praktikumsplätze organisiert.
3. Sie hat Janina einsehen lassen, welche Jobs zu Janina passen.
4. Sie hat mit Janina über den Inhalt von zwei Praktiken gesprochen.

=> Sie hat dafür gesorgt, dass Janina keine Angst hatte, sich zu bewerben. 

16) “Mir bringen unsere Treffen auch sehr viel” (alinea 4)
Caroline noemt enkele voordelen voor zichzelf van haar mentorschap.
=> Schrijf één voordeel in het Nederlands op.

17) Waarom bezoekt Niklas zijn oma juist “Nächstes Wochenende”? (alinea 1)

1. omdat hij dan bij haar in de buurt voetbalt
2. omdat hij dan tijd daarvoor heeft
3. omdat zijn oma dan haar verjaardag viert
4. omdat zijn oma hem dan heeft uitgenodigd

=> omdat hij dan tijd daarvoor heeft 

(let op: er staat niet dat zij haar verjaardag viert of dat zij hem heeft uitgenodigd)

18) Waarom staat Niklas dit seizoen nog niet bij de “Stammelf” van Hertha?
(alinea 2)

1. Hij gaat misschien naar een buitenlandse ploeg.
2. Hij heeft te weinig met hen geoefend.
3. Hij is minder goed gaan spelen.
4. Hij voetbalt soms te agressief.

=> te weinig geoefend (vanwege EK onder 21)

ich kann einen Text verstehen und Fragen beantworten

😒🙁😐🙂😃

Und jetzt = Hausaufgabe:

Oefentoets Zugspitze machen oder lernen

wir kontrollieren am Dienstag

dashboard.blooket.com

dashboard.blooket.com

Nächste Stunde = Teil2: Grammatik! und Aufgabe 6 (und 8?)