1V_Gramm NN hf 3 - herhaling ontleden: pv, wg, ow en strepen

Hf. 3  blz. 110-111
Grammatica - ontleden 
Klascode: rfsvr
Lesdoel: aan het eind van de les kun je vlot de pv, het wg en ow in een zin aanwijzen (herh) en het lv (nieuw).
Lesinhoud: korte herhaling ow/wg, daarna lv herhalen. Nieuwe theorie: wederkerend ww en lv.

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hf. 3  blz. 110-111
Grammatica - ontleden 
Klascode: rfsvr
Lesdoel: aan het eind van de les kun je vlot de pv, het wg en ow in een zin aanwijzen (herh) en het lv (nieuw).
Lesinhoud: korte herhaling ow/wg, daarna lv herhalen. Nieuwe theorie: wederkerend ww en lv.

Slide 1 - Diapositive

Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
'De koolmees was na de regenbui zijn hoogste lied aan het zingen.'
A
was
B
was, zingen
C
was aan zingen
D
was aan het zingen

Slide 3 - Quiz

Wat is het onderwerp in de volgende zin?
'Aan de rand van het bos woonde een konijnenfamilie vredig bij elkaar.'
A
konijnenfamilie
B
een konijnenfamilie
C
aan de rand van het bos
D
woonde een konijnenfamilie

Slide 4 - Quiz

Wat klopt er niet in deze zin?
Alle spelers van het elftal herstelde zich goed na de nederlaag.

Slide 5 - Carte mentale

Wat hebben het onderwerp en de persoonsvorm met elkaar te maken?

Slide 6 - Carte mentale

Lijdend voorwerp

Slide 7 - Diapositive

Nog even oefenen ... lv
Het lv vind je door de vraag te stellen:
              Wie/wat + wg + ow.
Schrijf de zin over in je schrift, onderstreep het lv
1. De ruiter pakte de teugels stevig vast.
2. De garagehouder heeft de auto ver onder de prijs verkocht.

Slide 8 - Diapositive

Wat is het lijdend voorwerp?
'De hond heeft mijn nieuwe schoenen kapot gebeten.'

Slide 9 - Question ouverte

Hf 3 Grammatica ontleden
Werk verder aan grammatica ontleden op blz. 109-110
opdr. 3 en 4.
Klaar? Kijk na in bronnen (elo magister).

Slide 10 - Diapositive

Uitleg Lijdend vw 
bij wederkerende ww blz.110
Wederkerende werkwoorden hebben als heel werkwoord het woordje 'zich' bij zich. 
Het woord 'zich' hoort bij dat werkwoord en kan niet (zonder verandering van betekenis) losgekoppeld worden.
zich ergeren, zich vergissen, zich aanstellen ...

Slide 11 - Diapositive

Uitleg Lijdend vw
bij wederkerende ww blz.110
zich herinneren: Ik herinner me dat feest nog goed.
zich schamen: Zij schamen zich voor hun jongere broertje.
Hier wijst 'me' en 'zich' horen bij het werkwoord en kunnen niet vervangen worden (zonder het ow te veranderen). 'Zich' hoort bij het werkwoordelijk gezegde.
-> Maken hf 3 Grammatica ontleden opdr. 5 en 6, blz. 111

Slide 12 - Diapositive

Uitleg Lijdend vw
bij wederkerende ww blz.110
Maar .... je hebt ook 'toevallige' wederkerende werkwoorden: 
zich wassen -> maar je kan ook iets/iem anders wassen
zich bezeren -> een ander bezeren
zich verwonden -> een ander verwonden
Hier wijst het woord 'zich' niet per se naar het ow, maar kan ook naar een ander persoon/ding wijzen. Daarom is hier het woord 'zich' lijdend voorwerp.

Slide 13 - Diapositive

Uitleg: lijdend vw bij wederkerende ww
Kijk naar: 
- zij wassen zich in de badkamer
- mijn vader scheert zich elke ochtend
- wij bezeren ons altijd aan dat kapotte hek
Deze werkwoorden kunnen ook zonder 'zich' en 'ons'.
Zij wassen de ramen, mijn vader scheert het schaap, wij bezeren die kinderen met onze harde woorden. 
De onderstreepte woorden zijn lijdend voorwerp.
Stel de 'Wat(wie)+wg+ow-vraag' maar: Wat/wie wassen zij? 

Slide 14 - Diapositive

Uitleg lijdend vw
bij wederkerende ww (blz. 110)
Ontleed deze zinnen: 
1. De arme man waste zich(zelf) elke ochtend aan de wastafel.
pv =
ow =
wg = 
lv = (wie/wat + wg?)

2. De kleuters verkleedden zich voor carnaval. 

Slide 15 - Diapositive

Opdr. bij lv bij wederkerend ww
Maak op blz. 111 opdr. 5 en 6

Slide 16 - Diapositive

Extra uitleg lezen? onzetaal.nl/taaladvies/wederkerend-werkwoord
Klaar? 
Maak 2x een opdracht met extra materiaal die je vindt in Bronnen (ELO, Magister) en kijk het na. 
Klaar? Dan mag je lezen of iets doen voor een ander vak.



Slide 17 - Diapositive


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien