Basisstof 2, chromosomen, genen en eiwitten

Maandag 25 mei, 11.30 uur, h2d
1.  Aanwezigheidscontrole 
2. HW bespreken basisstof 1
3. Uitleg basisstof 2 (houd je werkboek erbij of je digitale methode)
4. Samenvattend


HW voor donderdag 28 mei, 09.00 uur:
Lezen basisstof 2, blz. 12 t/m 15 (boek b!) + M. opd. 4 t/m 7
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Maandag 25 mei, 11.30 uur, h2d
1.  Aanwezigheidscontrole 
2. HW bespreken basisstof 1
3. Uitleg basisstof 2 (houd je werkboek erbij of je digitale methode)
4. Samenvattend


HW voor donderdag 28 mei, 09.00 uur:
Lezen basisstof 2, blz. 12 t/m 15 (boek b!) + M. opd. 4 t/m 7

Slide 1 - Diapositive

Basisstof 2, chromosomen, genen en eiwitten
  1. Wat is een gen?
  2. Wat is een allel?
  3. Hoe worden genen gebruikt om eiwitten te maken?
  4. Waarom zitten er in een lichaamscel meer chromosomen dan in een geslachtscel?

Slide 2 - Diapositive

Genotype
Fenotype
Al de zichtbare eigenschappen van een organisme (het uiterlijk)
De complete informatie voor al de erfelijke eigenschappen van een organisme

Slide 3 - Question de remorquage

Chromosomen
  • Bij de mens 46 in iedere celkern
  • 22x twee dezelfde
  • Het 23ste paar zijn de geslachtschromosomen
  • Van elk paar komt er een van de vader en een van de moeder, behalve bij de ...
Al de chromosomen in één cel bevat het complete bouwplan van een organisme.

Slide 4 - Diapositive

Geslachtscellen (eicellen en zaadcellen)
In geslachtscellen komen chromosomen niet in paren voor maar enkelvoudig.


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 4a
  1. Kan deze DNA-volgorde twee keer voorkomen in een witte bloedcel?
    Ja of nee
  2. Kan deze DNA-volgorde twee keer voorkomen in een bevruchte eicel? Ja of nee
  3. Kan deze DNA-volgorde voorkomen in een zaadcel? Ja of nee
  4. Kan deze DNA-volgorde twee keer voorkomen in een zaadcel? Ja of nee

Slide 7 - Diapositive

Genen
  • Gen: een deel van een chromosoom met de informatie voor één erfelijke eigenschap, bijv. oogkleur
  • Elk chromosoom bevat vele genen
  • Alle genen in een celkern samen vormen het genotype

Slide 8 - Diapositive

Genen
  • Elk bandje op een chromosoom kun je zien als een gen 

Slide 9 - Diapositive

Een allel is één van de verschillende varianten van een bepaald gen. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 5a
  • Welke van deze chromosomen vormen een chromosomenpaar? Leg je antwoord uit.
  • De chromosomen 1 en 4, omdat in deze chromosomen op dezelfde plaats een gen ligt voor dezelfde erfelijke eigenschap.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 5b 
  • In welke cel zijn de chromosomen en genen juist getekend? Leg je antwoord uit.
  • In cel 3, omdat in deze cel de chromosomen met dezelfde vorm genen hebben voor dezelfde erfelijke eigenschappen.

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 6

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Samenvattend

Slide 16 - Diapositive

Hoeveel chromosomen heeft een menselijke lichaamscel?
A
23
B
23 paar
C
46
D
46 paar

Slide 17 - Quiz

Wat is een gen?
A
Hetzelfde als een chromosoom
B
Hetzelfde als een allel
C
Een deel van een chromosoom
D
De informatie voor één erfelijke eigenschap

Slide 18 - Quiz

Laatste vraag:
A
Levercel: 46 Spermacel: 23
B
Levercel: 22.333 Spermacel: 11.166
C
Levercel: 2 Spermacel: 1

Slide 19 - Quiz