judo

judo
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

judo

Slide 1 - Diapositive

wat moet je doen bij Judo
A
worpen
B
trappen
C
conditie training
D
stoten

Slide 2 - Quiz

Welke kleur judoband draagt een judoka die aan zijn eerste les begint?
A
Rood
B
Wit
C
Blauw
D
Oranje

Slide 3 - Quiz

Wat betekend judo
A
Weinig inspanning
B
De zachte weg
C
Vrede
D
Kracht meegeven

Slide 4 - Quiz

Wie zit er op judo?
A
Claudia
B
Jense
C
Alvin
D
Victoria

Slide 5 - Quiz

Wat is er bij judo toegestaan?
A
Iemand K.O slaan
B
Iemand in een wurggreep nemen
C
Iemand in zijn edele delen schoppen
D
Iemand bijten

Slide 6 - Quiz

Wie zit op judo?
A
Juf Demi
B
Jonah

Slide 7 - Quiz

Kies uit:
judo
A
le
B
la
C
l'

Slide 8 - Quiz

Wie heeft er op judo gezeten
A
Twan
B
Cecile
C
Esme
D
Devin

Slide 9 - Quiz

Wie is er het beste in judo?
A
Tim
B
Mart
C
Marc
D
Hidde

Slide 10 - Quiz

Houdgreep bij judo
A
Maximale kracht
B
Explosieve kracht
C
Snelkracht
D
Krachtuithoudingsvermogen

Slide 11 - Quiz

7. Judo komt uit Japan. Wat is de vertaling van het woord 'Judo'
A
Schouderworp
B
Staand gevecht
C
Zachte weg
D
Rots en Water

Slide 12 - Quiz

Wie heeft judo bedacht?
A
Jigoro Kano
B
Kosei Inowe
C
Ryoko Tani
D
Akoi Kaminaga

Slide 13 - Quiz

Judo komt uit Japan. Wat is de vertaling van het woord 'Judo'
A
Schouderworp
B
Staand gevecht
C
Zachte weg
D
Rots en Water

Slide 14 - Quiz

Judo komt uit Japan. Wat is de vertaling van het woord 'judo'?
A
Schouderworp
B
Staand gevecht
C
Zachte weg
D
Rots en Water

Slide 15 - Quiz


Hoe heet de judo mat?
A
Tatami
B
Dodo
C
Maté
D
Matten

Slide 16 - Quiz

wat betekend judo in Japans
A
veel techniek
B
zachte weg
C
vechten
D
Ne-waza

Slide 17 - Quiz

wat moet je doen bij Judo
A
worpen
B
trappen
C
conditie training
D
stoten

Slide 18 - Quiz

Welke kleur judoband draagt een judoka die aan zijn eerste les begint?
A
Rood
B
Wit
C
Blauw
D
Oranje

Slide 19 - Quiz

Wat betekend judo
A
Weinig inspanning
B
De zachte weg
C
Vrede
D
Kracht meegeven

Slide 20 - Quiz

Shido is bij het Judo een
A
Rode kaart
B
zonder respect spelen
C
Een gele kaart
D
Iemand slaan of bijten

Slide 21 - Quiz

Wat mag niet bij judo?
A
Duwen
B
Trekken
C
Slaan en schoppen
D
Schelden

Slide 22 - Quiz

Wat is bij judo de hoogste band?
A
geel
B
groen
C
wit
D
roze

Slide 23 - Quiz

Welke judoka won goud op het WK Judo vorige week?
A
Noel van 't End
B
Michael Korrel
C
Henk Grol
D
Roy Meyer

Slide 24 - Quiz

Wat is er bij judo toegestaan?
A
Iemand K.O slaan
B
Iemand in een wurggreep nemen
C
Iemand in zijn edele delen schoppen
D
Iemand bijten

Slide 25 - Quiz

Kies uit:
judo
A
le
B
la
C
l'

Slide 26 - Quiz

Hij .... op judo
A
doe
B
speelt
C
zit
D
welke

Slide 27 - Quiz

Wie heeft er op judo gezeten
A
Twan
B
Cecile
C
Esme
D
Devin

Slide 28 - Quiz

Waar zie je:
het judo
A
B
C
D

Slide 29 - Quiz

Wie is er het beste in judo?
A
Tim
B
Mart
C
Marc
D
Hidde

Slide 30 - Quiz

Houdgreep bij judo
A
Maximale kracht
B
Explosieve kracht
C
Snelkracht
D
Krachtuithoudingsvermogen

Slide 31 - Quiz

7. Judo komt uit Japan. Wat is de vertaling van het woord 'Judo'
A
Schouderworp
B
Staand gevecht
C
Zachte weg
D
Rots en Water

Slide 32 - Quiz

Wie heeft judo bedacht?
A
Jigoro Kano
B
Kosei Inowe
C
Ryoko Tani
D
Akoi Kaminaga

Slide 33 - Quiz


Wat is de vertaling van het woord 'Judo'
A
Schouderworp
B
Staand gevecht
C
Zachte weg
D
Rots en Water

Slide 34 - Quiz

Wie zit er op Judo?
A
Mels
B
Eva
C
Vincent
D
Tseard

Slide 35 - Quiz

Judo komt uit Japan. Wat is de vertaling van het woord 'judo'?
A
Schouderworp
B
Staand gevecht
C
Zachte weg
D
Rots en Water

Slide 36 - Quiz

Wie zit er op Judo?
A
Mels
B
Eva
C
Vincent
D
Tseard

Slide 37 - Quiz