5.1 Genotype en Fenotype




Welkom!
Pak je boek (blz. 104)  en ipad


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon




Welkom!
Pak je boek (blz. 104)  en ipad


Slide 1 - Diapositive

planning
-Leerdoelen
-Check leerdoelen tussendoor
-zelfstandig werken
- Vooruitblik
- Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten

Je kunt het begrip feno - en genotype omschrijven.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Welke termen kennen we nog
  • Lichaamscellen
  • Chromosomen
  • DNA 

Slide 5 - Diapositive

Celkern

Slide 6 - Diapositive

Celkern
Regelt alle processen in de cel

Bevat erfelijke informatie voor al je eigenschappen (genotype)

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel Chromosomen?
  • Mensen : 46 chromosomen.
  • Elke lichaamscel bevat 46 chromosomen
  • beencel, hersencel, maagcel, vingercel, etc.

Slide 8 - Diapositive

Bevruchting en celdeling

Slide 9 - Diapositive

Van klein naar groot:
A
DNA-Chromosomen-Celkern-Cel
B
Celkern-DNA-Chromosomen-Cel
C
Chromosomen-Celkern-Cel-DNA
D
Cel-Chromosomen-Celkern-DNA

Slide 10 - Quiz

Genotype
is de informatie voor de erfelijke eigenschappen van het organisme.

Het genotype ontstaat op moment van bevruchting

Slide 11 - Diapositive

Wanneer ontstaat het genotype?

Slide 12 - Question ouverte

Fenotype
Het uiterlijk van een organisme

Ontstaat door:
  • Het genotype +
  • Invloeden uit het milieu

Slide 13 - Diapositive

Hebben alle spiercellen van een man hetzelfde genotype of hebben ze een ander genotype?
A
Hetzelfde genotype
B
Verschillende genotypen

Slide 14 - Quiz

Wat verandert er wel en wat niet?
A
wel: genotype niet: fenotype
B
wel: fenotype wel: genotype
C
wel: fenotype niet: genotype
D
niet: fenotype niet: genotype

Slide 15 - Quiz

aangeboren blindheid
A
genotype
B
fenotype

Slide 16 - Quiz

Hij heeft kort haar
A
genotype
B
fenotype

Slide 17 - Quiz

Genotype en fenotype
Genotype

Fenotype


Gen

Genetisch

Slide 18 - Diapositive

Iemand gaat zijn haren verven. Verandert ze hierdoor haar genotype of fenotype
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 19 - Quiz

Het genotype kun je aanpassen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz