Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Betogen!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Betoog
In een betoog probeer je te overtuigen van je mening of standpunt.
Dit doe je met:
>> argumenten
>> tegenargumenten
>> weerlegging
Slide 3 - Diapositive
Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 4 - Quiz
Stelling / standpunt:
Mening in één zin.
zoals: Vuurwerk moet verboden worden.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Argumenten voor
Argumenten tegen
Waarom klopt jouw mening?
Eis:
In ieder geval 2 argumenten
Waarom kunnen mensen anders denken?
Eis:
In ieder geval 1 tegenargument
+
weerlegging
Slide 7 - Diapositive
Hoe is een betoog opgebouwd?
Je overtuigt de klas van je mening.
Indeling: Inleiding: Je trekt de aandacht, introduceert je (vraag)stelling/onderwerp.
Middenstuk: Je geeft je standpunt en de argumentatie, noemt een tegenargument en weerlegt die. Slot: Je herhaalt je standpunt, vat je onderbouwing samen en trekt een conclusie.
Slide 8 - Diapositive
Middenstuk
-> Jouw standpunt -> Onderbouwen met 2 argumenten -> Geef ook tegenargument en weerleg dit
-> Conclusie
Slide 9 - Diapositive
Waarom noemt iemand ook tegenargumenten in een betoog?
A
Het haalt zijn eigen stuk onderuit.
B
Hij kan direct aangeven waarom dit niet zo is.
C
Zijn argumenten wegen daardoor zwaarder.
D
Hij houdt wel van een beetje tegengas.
Slide 10 - Quiz
Moeten dierentuinen sluiten?
Voor:
Tegen
Slide 11 - Diapositive
Slot - Conclusie
Je herhaalt je standpunt, vat je onderbouwing samen en trekt een conclusie.
Slide 12 - Diapositive
Opdracht
1. Kies een stelling
2. Bedenk: 2 argumenten, 1 tegenargument, weerlegging en slot