Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Meerdere pv's
Grammatica zinsdelen + spelling
meerdere persoonsvormen in een zin, werkwoordspelling
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica zinsdelen + spelling
meerdere persoonsvormen in een zin, werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Doel:
Aan het einde van de les kunnen jullie de persoonsvormen en onderwerpen in een samengestelde zin vinden en weet je hoe je werkwoorden moet spellen.
Slide 2 - Diapositive
Instructie
Samengestelde zin:
als je twee of meer zinnnen aan elkaar plakt
een zin met meerdere persoonsvormen
herken je vaak aan verbindingswoorden:
omdat, want, daarom, daardoor, terwijl, maar, als, en
Slide 3 - Diapositive
persoonsvorm
vraagzin
tijd veranderen
Slide 4 - Diapositive
Voorbeeld
We moeten naar school, want de regels zijn versoepeld.
Hij vraagt of ik met hem mee wil.
Als je het niet snapt, moet je het zeggen.
Slide 5 - Diapositive
Noteer de persoonsvorm(en)
Na de selectie zullen de rollen onder de toneelspelers worden verdeeld.
Slide 6 - Question ouverte
Noteer de persoonsvorm(en)
De verslaggever wilde de gevaarlijke situatie in beeld brengen, maar hij riskeerde zijn eigen leven.
Slide 7 - Question ouverte
Noteer de persoonsvorm(en)
Afgelopen weekeinde hebben de judoka's deelgenomen aan de Europacup voor junioren in het Oostenrijkse Leibnitz.
Slide 8 - Question ouverte
Noteer de persoonsvorm(en)
In de pauze worden appels uitgedeeld door de leerlingenraad, omdat de meeste leerlingen geen fruit eten.
Slide 9 - Question ouverte
Noteer de persoonsvorm(en)
Wie dit leest, is gek!
Slide 10 - Question ouverte
Noteer de persoonsvormen en onderwerpen
Het weer voor morgen ziet er niet goed uit, dus gaat de wedstrijd niet door.
Slide 11 - Question ouverte
Onderwerp
Stel jezelf de vraag: Wie/wat + pv?
Het onderwerp staat in een enkelvoudige zin
altijd
naast de pv.
Slide 12 - Diapositive
Noteer de pv en het ow: Zij loopt naar de keuken.
Slide 13 - Question ouverte
Noteer de pv en het ow: Dat liedje kreeg van Letland de meeste punten.
Slide 14 - Question ouverte
Noteer de pv en het ow: Morgen speelt Ajax tegen AZ.
Slide 15 - Question ouverte
Noteer de pv en het ow: Door dat ongeval werd de auto zwaar beschadigd.
Slide 16 - Question ouverte
Gezegde
Dit zijn alle werkwoorden in de zin.
Je schrijft de pv dus nog een keer op.
Slide 17 - Diapositive
Noteer de pv, ow, gez.: Hij heeft de hele avond televisie gekeken.
Slide 18 - Question ouverte
Noteer de pv, ow, gez.: Volgens de buren staat het geluid wel erg hard.
Slide 19 - Question ouverte
Noteer de pv, ow, gez.: Ronald wil graag met je meerijden.
Slide 20 - Question ouverte
Spelling tt
- ik-vorm of jij/je erachter = ik-vorm
- jij, hij, zij, het= ik-vorm + t
- wij = hele werkwoord
Slide 21 - Diapositive
Spelling vt
Enkelvoud: ik-vorm + te/de
Meervoud: ik-vorm + ten/den
Gebruik 't ex-fokschaap, 't ex-kofschip en ga uit van de
stam!
Slide 22 - Diapositive
tt: Jij (lachen)
irritant.
A
lach
B
lacht
C
lachte
D
lachde
Slide 23 - Quiz
tt: Jan (besteden)
te weinig tijd aan zijn huiswerk.
A
besteet
B
besteed
C
besteedt
D
besteedde
Slide 24 - Quiz
tt: (Worden)
jij nu al weer boos?
A
word
B
wordt
C
werd
D
worden
Slide 25 - Quiz
tt: De mentor (overhandigen)
persoonlijk de rapporten.
A
overhandigd
B
overhandigdt
C
overhandigt
D
overhandigde
Slide 26 - Quiz
vt: Het nieuwtje
(verspreiden) zich snel door de school.
A
verspreid
B
verspreidde
C
verspreidden
D
verspreide
Slide 27 - Quiz
vt: Hij
(schrijven) het antwoord stiekem in zijn hand.
A
schreef
B
schrijfde
C
schrijfte
D
schrijft
Slide 28 - Quiz
Die familie
(verhuizen) bijna elk jaar.
A
verhuisde
B
verhuist
C
verhuizde
D
verhuiste
Slide 29 - Quiz
De leraar
(worden) boos omdat jij zo vaak
(lachen).
A
werd, lachde
B
word, lachde
C
werd, lachte
D
wordt, lachte
Slide 30 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Taalverzorging klas 1 (les 5)
Mars 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
2KM L11 B2K H1 Taalverzorging/Lezen H1en2
Septembre 2020
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2kgt - spelling pv ttvt
Septembre 2020
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Werkwoorden vervoegen
Mars 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Havo2 Grammatica opstartles
Octobre 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4K H2 werkwoordspelling: meerdere pv's
Janvier 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
NL1 Blok 4 oefentoets
Avril 2021
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1