Leerprincipes

Wat is gedrag?
A
Alleen een reactie op een interne prikkel
B
Alleen een reactie op een externe prikkel
C
Een reactie op een interne en externe prikkel
D
bewegen van een dier.
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is gedrag?
A
Alleen een reactie op een interne prikkel
B
Alleen een reactie op een externe prikkel
C
Een reactie op een interne en externe prikkel
D
bewegen van een dier.

Slide 1 - Quiz

Wat weten jullie van Klassieke conditionering?

Slide 2 - Carte mentale

Voorbeelden van klassieke conditionering

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Habituatie?

Slide 6 - Carte mentale

Hoe heet het als je een dier laat wennen aan bepaalde prikkels.
A
Operante conditionering
B
Habituatiie
C
sensitisatie
D
Imitatieleren

Slide 7 - Quiz

Wat is latent leren?
A
dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
B
Dier went geleidelijk aan een prikkel.
C
Leren gebeurt ongemerkt.
D
leren door observeren en nadoen van gedrag.

Slide 8 - Quiz

Latent leren
- Latent= onopgemerkt

- dier leert ongemerkt van zijn omgeving. 

Slide 9 - Diapositive

Wat is sensitisatie?
A
dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
B
Dier went geleidelijk aan een prikkel.
C
Leren gebeurt ongemerkt.
D
leren door observeren en nadoen van gedrag.

Slide 10 - Quiz

Sensitisatie
(engels) Sens= Gevoel
- gevoeliger maken van een dier voor een prikkel.
- omgekeerde van habituatie.

Slide 11 - Diapositive

Hoe heet het als een dier leert door verbanden te leggen tussen bepaalde prikkels
A
Habituatie
B
Latent Leren
C
Associatief leren
D
imitatieleren

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wat weten jullie over zoönosen?

Slide 18 - Carte mentale

Zoönose
Als een ziekte van een dier op mens of van mens op dier over kan gaan, noemen we dat een zoönose
Veroorzaakt door:
  • Virussen
  • Bacteriën
  • Schimmels
  • Parasieten

Slide 19 - Diapositive

Besmetting
4 manieren om besmet te raken met een zoönose:
  1. Direct contact met het dier;
  2. eten van besmet dierlijk voedsel;
  3. direct/indirect contact met dierlijke urine, uitwerpselen of bloed
  4. via de lucht (aerogeen)

Slide 20 - Diapositive

4 typen micro organismen

Slide 21 - Carte mentale

Wat betekent het begrip reinigen?
A
bezemschoon maken
B
stofvrij maken
C
zichtbaar vuil verwijderen
D
alle ziektekiemen verwijderen

Slide 22 - Quiz

Wat betekent het begrip desinfecteren?
A
doden van alle ziektekiemen
B
goed schoonmaken
C
doden van grootste aantal ziektekiemen
D
instrument klaarmaken voor operatie

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Desinfectiemiddelen

Slide 25 - Carte mentale