Lesson 5: rerun + Reading File II

Grammar
+
Reading Skills
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Grammar
+
Reading Skills

Slide 1 - Diapositive

Today's lesson
- rerun grammar so far: Nouns
- reading skills
- start reading file: text 1 + 2

Slide 2 - Diapositive

Lesson aims
I can correctly use the plural. 
I can correctly use the genitive (possessive 's).
I know different ways to read a text. 

Slide 3 - Diapositive

Reading
Let's read! 

Find a noun that is written in the plural or the genitive.
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Noun written in plural / noun written in genitive.

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf een Engelse zin waarin je zegt dat de auto van jouw ouders is.
Gebruik een genitive!

Slide 6 - Question ouverte

Let's practise some more...
Genitive                                 plural                               other

Slide 7 - Diapositive

Leesstrategieën
Een leesstrategie = hoe je een tekst leest.


- oriënterend lezen
- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen

Slide 8 - Diapositive

Leesstrategieën
How do you know which one to use? 

lees eerst de vraag, bepaal wat voor soort informatie je nodig hebt en waar in de tekst je het kunt vinden. 


Slide 9 - Diapositive

 Leesstrategieën
Orienterend: bekijken en voorspellen
Globaal: vlot doorlezen, begrijpen, onderwerp vastzetten
Zoekend: bekijken en vinden, als een woordzoeker
Intensief: alles goed lezen, de volledige tekst begrijpen/kunnen gebruiken

Slide 10 - Diapositive

0

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Welke strategie zou je gebruiken?
oriënterend
globaal
zoekend
intensief

Slide 13 - Sondage

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welke strategie zou je gebruiken?
oriënterend
globaal
zoekend
intensief

Slide 16 - Sondage

Slide 17 - Diapositive

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe? Aan elke situatie moet je 2 antwoorden koppelen. 
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen

Slide 18 - Question de remorquage

Oriënterend lezen
  • Bedoeld om een eerste indruk te krijgen
  • Lay-out: chat, krantenartikel, menu, boodschappenlijst etc.
  • Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
  • Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?

Dit doe je altijd van te voren

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Globaal lezen/ skimmen
  • Je leest de tekst snel door om erachter te komen waar deze over gaat.
  • Maak je niet druk om moeilijke woorden.
  • Probeer de grote lijnen te snappen, de details doen er (nog) niet toe.
  • Kijk naar opvallende stukjes 
  • Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin. 
  • Je gebruikt skimmen bij vragen die gaan over de hele tekst, je zoekt naar aanwijzingen voor het antwoord. 

Slide 22 - Diapositive

Zoekend lezen/ scannen
  • Scannen: zoeken naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Quiz

Intensief lezen
Intensief lezen: de hele tekst regel voor regel doorlezen

Slide 30 - Diapositive

Woordstrategieën

  1. Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden (in context)

  2. Bekijk of het woord op een ander woord lijkt bijvoorbeeld uit een andere taal. 
  3. Hak het woord in stukjes? Komt een deel van het woord je bekend voor?

Slide 31 - Diapositive

Adviezen

  1. Brede belangstelling helpt - lees de krant, volg het nieuws. Kijk bijvoorbeeld elke dag newsround. 
  2. Lees Engelse boeken, artikelen.
  3. Brede woordenschat maakt teksten lezen gemakkelijker. Bestudeer woordenlijsten. Ook woordenlijsten van de signaalwoorden!




Slide 32 - Diapositive

Handige sites om leesvaardigheid te oefenen of om je woordenschat te vergroten
- Readtheory.org
- https://learnenglishteens.britishcouncil.org/skills/reading. Je kunt op deze site ook aan de andere vaardigheden werken
- https://www.bbc.co.uk/newsround

Slide 33 - Diapositive

Let's practise with reading
Reading File II (materiaal voor de toetsweek). 
Antwoord de vragen altijd in het NEDERLANDS! 
Schrijf jouw antwoorden in volledige zinnen in jouw schrift. 

Werk aan tekst 1 en 2. 
Gebruik de leesstrategieën die je net hebt geleerd. 

Slide 34 - Diapositive