AFP Bloed P3 Les 4

• AFP
• MBO
• Studiejaar 1

M1W1

4

bloed en bloedsomloopstelsel

TM module 6

dit was huiswerk...

dit was huiswerk...

dit was huiswerk...

• Klopt dit J/N?

• Klopt dit J/N?

• Klopt dit J/N?

• Het hart bestaat uit drie lagen: het endocard, het myocard en het pericard.
  

• De linkerkamer van het hart pompt zuurstofarm bloed naar de longen.
  

• Ischemie in het hart treedt op wanneer een kransslagader helemaal is afgesloten.

A.M6H1 bloed en bloedsomloopstelsel

LEERDOELEN...

• Je legt uit hoe het hart werkt
• Je legt uit wat bloeddruk is

Bloed is de rode vloeistof in de bloedvaten...

• ongeveer 5 liter bloed
• het bestaat uit cellen en vloeistof (plasma)

5

het hart

tijdens een hartslag...

• trekken de boezems samen
• de kleppen tussen boezems en kamers zijn open
• komt het bloed in de kamers terecht

5.4

de pompfunctie van het hart

tijdens een hartslag...

• trekken de kamers samen
  
• de kleppen in de slagaders zijn open, de andere dicht
• komt het bloed in de slagaders terecht

5.4

de pompfunctie van het hart

het hartminuutvolume = het volume per slag x aantal slagen per minuut

5.4

de pompfunctie van het hart

de druk op de binnenkant van bloedvaten is bloeddruk...

• hoog bij een hart slag (systole)
• laag bij een hart in rust (diastole)
• hoe verder van het hart, hoe lager de bloeddruk

5.4

bloeddruk

1. wat zijn 1, 2 en 3
2. verklaar deze grafiek

5.4

bloeddruk

1

2

3

1. Wat is de volgorde van gebeurtenissen tijdens een hartslag?

2. Wat is de functie van de hartkleppen tijdens de hartslag?

3. Hoe wordt het hartminuutvolume berekend en waarom is dit een belangrijke maat?

4. Wat is het verschil tussen systolische en diastolische bloeddruk?

5. Welke factoren kunnen invloed hebben op de bloeddruk?

5.4

bloeddruk

hoe verloopt de stroom snelheid van het bloed?

1. 
2. 
3. 
4. 

het hart trekt samen door een elektrische prikkel in het hart...

• sinusknoop (boezem systole)
• AV-knoop
• geleidingsvezels (kamer systole)

5.5

het prikkelgeleidingssysteem

M1W1

4

ziekten van hart, bloed en bloedvaten

TM module 6

P.M6H2

hart- en vaatziekten

LEERDOELEN...

• Je noemt klachten behorende bij een TIA, CVA.
• Je noemt het verschil tussen beide.

cholesterol, hoge bloeddruk, suikerziekte en slechte leefstijl zijn risicofactoren voor hvz...

• ze zorgen voor vernauwde slagaders
• ze zorgen voor afsluitingen
• organen krijgen tekort zuurstof

eerder...

5

hersenen

LEERDOELEN...

• Je noemt risicofactoren die een rol spelen bij het ontstaan van hart- en vaatziekten

bij een beroerte sterft een stukje van het brein af...

• klachten kunnen binnen een dag weg zijn
• een tijdelijke beroerte
• TIA (transient ischemic attack)

5.1

TIA

klachten zijn uitval van functies...

• scheve mond
• slecht praten
• verlamd lichaamsdeel

5.1

TIA

wanneer de schade te groot is, blijven de klachten langer bestaan...

• een blijvende beroerte
• CVA (cerebrovasculair accident)

5.2

CVA

een beroerte ontstaat door een herseninfarct (80%) of door een hersenbloeding (20%)

5.2

CVA

hersenbeschadiging leidt tot uitval van...

• spieren (verlamming)
• spraak of taal (afasie)
• taken (apraxie)
• persoonlijke kenmerken

5.2

CVA

hersenbeschadiging leidt tot uitval van...

• geheugen
• betekenis van dingen
• vasculaire dementie

5.3

vasculaire dementie