Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Herhaling
Programma
Afsluitende paragraaf
LessonUp vragen
Afsluiting
Groepsopdracht
Slide 1 - Diapositive
Ik ben al begonnen met leren voor de toets geschiedenis:
Ja
Nee
Een beetje
Slide 2 - Sondage
Is er op dit moment nog iets onduidelijke over de inhoud van de stof?
Slide 3 - Question ouverte
De Franse Revolutie
1. Een oneerlijke verdeling
Eerst dit...
...dan dit!
Begrippen
Personen
Jaartallen
Plaatsen
Keuze
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Welke oorzaak van de Tweede Wereldoorlog is hier zichtbaar?
Slide 6 - Question ouverte
Wat ontketende de Tweede Wereldoorlog?
A
De Anschluss (inname van Oostenrijk)
B
De bezetting van het Rhijnland door Duitse troepen
C
Niet terugbetalen van leningen
D
Duitse inval op Polen
Slide 7 - Quiz
Beschrijf kort maar krachtig hoe Hitler aan de macht kon komen.
Slide 8 - Question ouverte
Welke bondgenoten had Duitsland in de Tweede Wereldoorlog?
Slide 9 - Question ouverte
Welk groot verschil zat er tussen de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog
Slide 10 - Question ouverte
Aan wie verklaarde Japan als eerste een grootschalige oorlog in Tweede Wereldoorlog?
A
Rusland
B
Filipijnen
C
China
D
Nederlands-Indie
Slide 11 - Quiz
Het Rode leger hoorde bij het land ...
A
Japan
B
Italië
C
Sovjet-Unie
D
China
Slide 12 - Quiz
Welke gebeurtenis wordt als keerpunt gezien in de Tweede Wereldoorlog voor de geallieerden?
A
Slag om Stalingrad
B
Slag bij Kursk
C
D-day
D
Slag bij Midway
Slide 13 - Quiz
Welk wapen wordt er uitgevonden om Japan op z'n knieën te krijgen? (R)
Slide 14 - Question ouverte
Japan viel de VS als eerste aan, waarom was Japan op voorhand al kansloos tegen de VS? (I)
Slide 15 - Question ouverte
Waarom was de Tweede Wereldoorlog eigenlijk een wereldoorlog?
Slide 16 - Question ouverte
Gebeurtenissen
D-day
Slag om Stalingrad
Inval Polen
Battle of Britain
Hiroshima en Nagasaki
Operatie Barbarossa
Slide 17 - Question de remorquage
Hieronder zie je vier oorzaken van de Tweede Wereldoorlog. Welke oorzaak hoort bij de Vrede van Versailles?
A
ergenis over de afloop van WO I
B
economische crisis in de hele wereld
C
opkomst nationaal socialisme in Duitsland
D
politieke crisis
Slide 18 - Quiz
Hieronder zie je vier oorzaken van de Tweede Wereldoorlog. Welke oorzaak hoort bij haat tegen Joden en het streven naar meer levensruimte voor het eigen Duitse volk?
A
ergenis over de afloop van WO I
B
economische crisis in de hele wereld
C
opkomst nationaal socialisme in Duitsland
D
politieke crisis
Slide 19 - Quiz
Hieronder zie je vier oorzaken van de Tweede Wereldoorlog. Welke oorzaak hoort bij veel armoede en werkloosheid?
A
ergenis over de afloop van WO I
B
economische crisis in de hele wereld
C
opkomst nationaal socialisme in Duitsland
D
politieke crisis
Slide 20 - Quiz
Hieronder zie je vier oorzaken van de Tweede Wereldoorlog. Welke oorzaak hoort bij opkomst anti-democratische partijen?
A
ergenis over de afloop van WO I
B
economische crisis in de hele wereld
C
opkomst nationaal socialisme in Duitsland
D
politieke crisis
Slide 21 - Quiz
Hieronder vijf gebeurtenissen die te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog.
Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (vroeg naar later).
Duitsland pikt Sudetenland in.
Duitsland verklaart oorlog aan Amerika.
Rusland verklaart Duitsland de oorlog.
Duitsland valt Polen binnen.
Engeland en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog.
Slide 22 - Question de remorquage
Nadat Duitsland het Sudetenland had ingepikt, vond de conferentie van München plaats. Welke landen waren bij deze conferentie aanwezig?
A
Duitsland, Italië, Engeland en Frankrijk
B
Duitsland, Amerika, Engeland en Frankrijk
C
Duitsland, Italië, Engeland en Japan
D
Duitsland, Amerika, Engeland en Japan
Slide 23 - Quiz
Welk begrip wordt hier omschreven?
De Tweede Wereldoorlog begon met de Duitse inval van Polen in 1939. De tactiek die Hitler gebruikte wordt de .......... genoemd. Binnen zeer korte tijd wist hij op deze manier grote delen van Europa te veroveren.
Slide 24 - Question ouverte
Op 7 december 1941 raakte Amerika betrokken bij de oorlog. Hoe gebeurde dat?
A
Door de aanval van de Duitsers op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor.
B
Door de aanval van de Japanners op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor.
C
Doordat Japan duikboten inzette om Amerikaanse schepen te torpederen.
Slide 25 - Quiz
Hieronder staan vier gebeurtenissen die te maken hebben met het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
Overgave van Japan.
D-day.
Overgave van Duitsland.
Atoombom op Hiroshima
Slide 26 - Question de remorquage
Koppen de beschrijving aan het juiste begrip.
Blitzkrieg
Nationaal-socialisme
Vrede van Versailles
Totale oorlog
Niet-aanvalsverdrag
Een verdrag waarmee de Eerste Wereldoorlog formeel werd beëindigd. Dit was een verdrag tussen Duitsland en de geallieerden. Het vond plaats op 18 januari 1919.
Snelle verrassingsaanval met een sterk leger, zodat de vijand snel verslagen kan worden.
Het gedachtegoed van Hitler en de nazi’s. Zij waren tegen een staat met verkiezingen en tegen joden. Zij wilden meer levensruimte voor de Duitsers.
Verdrag tussen Rusland en Duitsland om elkaar niet aan te vallen in Polen.
Ook de burgers die niet in de oorlog vochten of in oorlogsgebied woonden kregen veel last van de oorlog.
Slide 27 - Question de remorquage
‘Joden proberen altijd mensen op te lichten. Je moet ze niet vertrouwen.’
➤Is dit een vorm van antisemitisme?
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quiz
‘Een joods mens is net zo veel waard als een ander mens.’
➤Is dit een vorm van antisemitisme?
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quiz
Veel historici zien de afloop van de Eerste Wereldoorlog als een oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.
➤Welk argument hoort bij deze mening?
A
De Sovjet-Unie sloot een niet-aanvalsverdrag met Duitsland.
B
Duitsland was ontevreden over het Verdrag van Versailles.
C
Frankrijk wilde het verloren grondgebied terug hebben.
D
Groot-Brittannië vond dat Duitsland niet hard genoeg was aangepakt.
Slide 30 - Quiz
De kaarten laten verschillende troepenbewegingen zien tijdens de Tweede Wereldoorlog.
➤Wat is de juiste volgorde?
A
Eerst 2, dan 3, vervolgens 1 en
ten slotte 4.
B
Eerst 2, dan 4, vervolgens 3 en
ten slotte 1.
C
Eerst 1, dan 2, vervolgens 3 en
ten slotte 4.
D
Eerst 4, dan 2, vervolgens 1 en
ten slotte 3.
Slide 31 - Quiz
Hieronder staan vier beweringen over de Jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
➤Welke bewering is juist?
A
Alleen Joden waren verplicht altijd een persoonsbewijs bij zich te hebben.
B
Het grootste deel van de Joden kon de oorlog overleven dankzij de
mogelijkheid om onder te duiken.
C
Joden werden vervolgd omdat ze tegen de nazi's waren en niet op de
NSDAP stemden.
D
Na een razzia werden Joden afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork.
Slide 32 - Quiz
Een stelling: De Duitse aanval op de Sovjet-Unie leidde tot de ondergang van Hitlers rijk.
➤ Leg deze stelling uit waarbij je de begrippen oorzaak en gevolg gebruikt. Je antwoord bestaat uit minimaal 25 woorden.
Slide 33 - Question ouverte
Zelfstandig werken
Havo
Wat? Maken opdrachten paragraaf 7
Werkboek pagina: 38 & 39 Tekstboek pagina: Heel hoofdstuk 2 Opdracht: 1 t/m 10 Hoe? In stilte! (Zs) Hoe lang? Rest van de les. Hulp? Je mag de docent vragen stellen. Klaar? Leren voor de toets/ inleveren op Classroom.
Slide 34 - Diapositive
Zelfstandig werken
VWO
Wat? Maken opdrachten paragraaf 8
Werkboek pagina: 44 & 45 Tekstboek pagina: Heel hoofdstuk 2 Opdracht: 1 t/m 9 Hoe? In stilte! (Zs) Hoe lang? Rest van de les. Hulp? Je mag de docent vragen stellen. Klaar? Leren voor de toets/ Inleveren op Classroom.