3HV (Online) Les 1 Jan 2021/2022 Herhaling WO2

Herhaling
Programma
Afsluitende paragraaf
LessonUp vragen
Afsluiting
Groepsopdracht
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling
Programma
Afsluitende paragraaf
LessonUp vragen
Afsluiting
Groepsopdracht

Slide 1 - Diapositive

Ik ben al begonnen met leren voor de toets geschiedenis:
Ja
Nee
Een beetje

Slide 2 - Sondage

Is er op dit moment nog iets onduidelijke over de inhoud van de stof?

Slide 3 - Question ouverte

De Franse Revolutie


1. Een oneerlijke verdeling
Eerst dit...
...dan dit!
Begrippen
Personen
Jaartallen
Plaatsen
Keuze

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welke oorzaak van de Tweede Wereldoorlog is hier zichtbaar?

Slide 6 - Question ouverte

Wat ontketende de Tweede Wereldoorlog?
A
De Anschluss (inname van Oostenrijk)
B
De bezetting van het Rhijnland door Duitse troepen
C
Niet terugbetalen van leningen
D
Duitse inval op Polen

Slide 7 - Quiz

Beschrijf kort maar krachtig hoe Hitler aan de macht kon komen.

Slide 8 - Question ouverte

Welke bondgenoten had Duitsland in de Tweede Wereldoorlog?

Slide 9 - Question ouverte

Welk groot verschil zat er tussen de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog

Slide 10 - Question ouverte

Aan wie verklaarde Japan als eerste een grootschalige oorlog in Tweede Wereldoorlog?
A
Rusland
B
Filipijnen
C
China
D
Nederlands-Indie

Slide 11 - Quiz

Het Rode leger hoorde bij het land ...
A
Japan
B
Italië
C
Sovjet-Unie
D
China

Slide 12 - Quiz

Welke gebeurtenis wordt als keerpunt gezien in de Tweede Wereldoorlog voor de geallieerden?
A
Slag om Stalingrad
B
Slag bij Kursk
C
D-day
D
Slag bij Midway

Slide 13 - Quiz

Welk wapen wordt er uitgevonden om Japan op z'n knieën te krijgen? (R)

Slide 14 - Question ouverte

Japan viel de VS als eerste aan, waarom was Japan op voorhand al kansloos tegen de VS? (I)

Slide 15 - Question ouverte

Waarom was de Tweede Wereldoorlog eigenlijk een wereldoorlog?

Slide 16 - Question ouverte

Gebeurtenissen
D-day
Slag om Stalingrad
Inval Polen
Battle of Britain
Hiroshima en Nagasaki
Operatie Barbarossa

Slide 17 - Question de remorquage

Hieronder zie je vier oorzaken van de Tweede Wereldoorlog.
Welke oorzaak hoort bij de Vrede van Versailles?
A
ergenis over de afloop van WO I
B
economische crisis in de hele wereld
C
opkomst nationaal socialisme in Duitsland
D
politieke crisis

Slide 18 - Quiz

Hieronder zie je vier oorzaken van de Tweede Wereldoorlog.
Welke oorzaak hoort bij haat tegen Joden en het streven naar meer levensruimte voor het eigen Duitse volk?
A
ergenis over de afloop van WO I
B
economische crisis in de hele wereld
C
opkomst nationaal socialisme in Duitsland
D
politieke crisis

Slide 19 - Quiz

Hieronder zie je vier oorzaken van de Tweede Wereldoorlog.
Welke oorzaak hoort bij veel armoede en werkloosheid?
A
ergenis over de afloop van WO I
B
economische crisis in de hele wereld
C
opkomst nationaal socialisme in Duitsland
D
politieke crisis

Slide 20 - Quiz

Hieronder zie je vier oorzaken van de Tweede Wereldoorlog.
Welke oorzaak hoort bij opkomst anti-democratische partijen?
A
ergenis over de afloop van WO I
B
economische crisis in de hele wereld
C
opkomst nationaal socialisme in Duitsland
D
politieke crisis

Slide 21 - Quiz

Hieronder vijf gebeurtenissen die te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog.
Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (vroeg naar later).
Duitsland pikt Sudetenland in.
Duitsland verklaart oorlog aan Amerika.
Rusland verklaart Duitsland de oorlog.
Duitsland valt Polen binnen.
Engeland en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog.

Slide 22 - Question de remorquage

Nadat Duitsland het Sudetenland had ingepikt, vond de conferentie van München plaats.
Welke landen waren bij deze conferentie aanwezig?
A
Duitsland, Italië, Engeland en Frankrijk
B
Duitsland, Amerika, Engeland en Frankrijk
C
Duitsland, Italië, Engeland en Japan
D
Duitsland, Amerika, Engeland en Japan

Slide 23 - Quiz

Welk begrip wordt hier omschreven?

De Tweede Wereldoorlog begon met de Duitse inval van Polen in 1939. De tactiek die Hitler gebruikte wordt de .......... genoemd. Binnen zeer korte tijd wist hij op deze manier grote delen van Europa te veroveren.

Slide 24 - Question ouverte

Op 7 december 1941 raakte Amerika betrokken bij de oorlog.
Hoe gebeurde dat?
A
Door de aanval van de Duitsers op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor.
B
Door de aanval van de Japanners op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor.
C
Doordat Japan duikboten inzette om Amerikaanse schepen te torpederen.

Slide 25 - Quiz

Hieronder staan vier gebeurtenissen die te maken hebben met het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
Overgave van Japan.
D-day.
Overgave van Duitsland.
Atoombom op Hiroshima

Slide 26 - Question de remorquage

Koppen de beschrijving aan het juiste begrip.
Blitzkrieg
Nationaal-socialisme
Vrede van Versailles
Totale oorlog
Niet-aanvalsverdrag
Een verdrag waarmee de Eerste Wereldoorlog formeel werd beëindigd. Dit was een verdrag tussen Duitsland en de geallieerden. Het vond plaats op 18 januari 1919.
Snelle verrassingsaanval met een sterk leger, zodat de vijand snel verslagen kan worden.
Het gedachtegoed van Hitler en de nazi’s. Zij waren tegen een staat met verkiezingen en tegen joden. Zij wilden meer levensruimte voor de Duitsers.
Verdrag tussen Rusland en Duitsland om elkaar niet aan te vallen in Polen.
Ook de burgers die niet in de oorlog vochten of in oorlogsgebied woonden kregen veel last van de oorlog.

Slide 27 - Question de remorquage


‘Joden proberen altijd mensen op te lichten. Je moet ze niet vertrouwen.’

➤Is dit een vorm van antisemitisme?




A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz


‘Een joods mens is net zo veel waard als een ander mens.’

➤Is dit een vorm van antisemitisme?




A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz


Veel historici zien de afloop van de Eerste Wereldoorlog als een oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.

➤Welk argument hoort bij deze mening?






A
De Sovjet-Unie sloot een niet-aanvalsverdrag met Duitsland.
B
Duitsland was ontevreden over het Verdrag van Versailles.
C
Frankrijk wilde het verloren grondgebied terug hebben.
D
Groot-Brittannië vond dat Duitsland niet hard genoeg was aangepakt.

Slide 30 - Quiz



De kaarten laten verschillende troepenbewegingen zien tijdens de Tweede Wereldoorlog.

➤Wat is de juiste volgorde?







A
Eerst 2, dan 3, vervolgens 1 en ten slotte 4.
B
Eerst 2, dan 4, vervolgens 3 en ten slotte 1.
C
Eerst 1, dan 2, vervolgens 3 en ten slotte 4.
D
Eerst 4, dan 2, vervolgens 1 en ten slotte 3.

Slide 31 - Quiz


Hieronder staan vier beweringen over de Jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
➤Welke bewering is juist?









A
Alleen Joden waren verplicht altijd een persoonsbewijs bij zich te hebben.
B
Het grootste deel van de Joden kon de oorlog overleven dankzij de mogelijkheid om onder te duiken.
C
Joden werden vervolgd omdat ze tegen de nazi's waren en niet op de NSDAP stemden.
D
Na een razzia werden Joden afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork.

Slide 32 - Quiz


Een stelling: De Duitse aanval op de Sovjet-Unie leidde tot de ondergang van Hitlers rijk.
➤ Leg deze stelling uit waarbij je de begrippen oorzaak en gevolg gebruikt. Je antwoord bestaat uit minimaal 25 woorden.




Slide 33 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Havo
Wat? Maken opdrachten paragraaf 7
Werkboek pagina:  38 & 39
Tekstboek pagina:  Heel hoofdstuk 2
Opdracht:  1 t/m 10
Hoe? In stilte! (Zs)
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Leren voor de toets/ inleveren op Classroom.

Slide 34 - Diapositive

Zelfstandig werken
VWO
Wat? Maken opdrachten paragraaf 8
Werkboek pagina:  44 & 45
Tekstboek pagina:  Heel hoofdstuk 2
Opdracht:  1 t/m 9
Hoe? In stilte! (Zs)
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Leren voor de toets/ Inleveren op Classroom.

Slide 35 - Diapositive