4.1 Een stroomkring maken

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

4.1 Een stroomkring maken
4.1.1 Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
4.1.2 Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen.
4.1.3 Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
4.1.4 Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen.
4.1.5 Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
4.1.6 Je kunt uitleggen wat een led is en hoe een led werkt. (EXTRA)

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis
Heb jij al eens een (elektrische) schok gekregen ?

Slide 3 - Diapositive

Voor een stroomkring heb je nodig:
- een spanningsbron (hier de batterij)
- verbindingen (hier de snoeren)
- een apparaat (hier het lampje)

Slide 4 - Diapositive

Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom (en warmte) goed:
V.b.; alle metalen, koolstof, water met zout.

Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) en warmte door. 
V.b. Glas, rubber, plastic, hout.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

De stroomsterkte meten

Slide 7 - Diapositive

De stroomsterkte meet je met een ampèremeter.

Tips aansluiten:
* grootste bereik eerst
* Plus spanningsbron op plus ampèremeter.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Omreken ampère/milliampère
Het symbool van stroomsterkte: I 
De eenheid: A 

1 A = 1000 mA
1 m A = 0,001 A

V.b Reken om      a) 3 A = .....mA         b) 200 mA =....A

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

4 Lees de ampèremeter af

Slide 12 - Diapositive

stroom gevaarlijk ?
- Elektrische schok
- Aan de stroom hangen
- kortsluiting/brand
- Elektriciteit en water

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

4.1 Een stroomkring maken
4.1.1 Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
4.1.2 Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen.
4.1.3 Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
4.1.4 Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen.
4.1.5 Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
4.1.6 Je kunt uitleggen wat een led is en hoe een led werkt. (EXTRA)

Slide 16 - Diapositive