4.4 De Regering

Start van de les!

Ga naar bladzijde 64 en 65 en schrijf de zwart en blauwgedrukte woorden. 

Schrijf bij de blauwgedrukte worden ook de betekenis. 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Start van de les!

Ga naar bladzijde 64 en 65 en schrijf de zwart en blauwgedrukte woorden. 

Schrijf bij de blauwgedrukte worden ook de betekenis. 

Slide 1 - Diapositive

4.4 De Regering

Slide 2 - Diapositive

De Regering

Slide 3 - Diapositive

aan de het einde van deze les ........
  1. kun vertellen wie in de regering zit
  2. weet je wat het recht van initiatief, het recht van amendement en motierecht inhoudt.
  3. kun je taken van de regering ook benoemen.


timer
2:00

Slide 4 - Diapositive

De Regering
  •  De regering bestaat officieel uit de koning en de minister.  

  • De koning heeft geen rol bij het uitvoeren van wetten. Dat doen ministers en staatssecretarissen.

  • het Kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen en is het dagelijks bestuur van ons land

Slide 5 - Diapositive

De regering is....
A
Koning en Minister
B
Koning en Parlement

Slide 6 - Quiz

Ministers & Staatssecretarissen
  • Een minister is lid van de regering en verantwoordelijk voor een eigen onderwerp. 

  • Om alles goed te regelen krijgen ze hulp van duizenden ambtenaren. 

  • Sommige ministers hebben een staatssecretaris, een soort assistent-minister 

Slide 7 - Diapositive

Het nieuwe kabinet is gevormd.
Wie zitten er in het kabinet?
A
Minister president Schoof
B
Ministers en Staatssecretarissen
C
De Tweede Kamer
D
Ministers en de Koning

Slide 8 - Quiz

Het nieuwe kabinet is gevormd.
Wie zitten er in het kabinet?
A
Minister president Rutte
B
Ministers en Staatssecretarissen
C
De Tweede Kamer
D
Ministers en de Koning

Slide 9 - Quiz

Rechten tweede kamerleden:
  • Stemrecht: het recht om voorstellen goed te keuren of af te keuren. 

  • Recht van amendement: ze kunnen veranderingen aanbrengen in een wetsvoorstel. 

  • Recht van initiatief: ze mogen zelf wetsvoorstellen maken en die aan de Kamer voorleggen.  

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Controlerende taak

Slide 12 - Diapositive

Controlerende taak
  • De Tweede taak van het parlement is het controleren hoe de ministers hun werk doen. 

  • Als de Kamerleden het gevoel hebben dat er iets fout gaat, dan moeten ministers naar de Kamer komen.

  • De ministers moeten zich dan verantwoorden. 

Slide 13 - Diapositive

Rechten
  • Vragenrecht
  • Motierecht
  • Recht van interpellatie
  • Enquêterecht

Slide 14 - Diapositive

Vragenrecht
  • Vragenrecht: Ze mogen mondeling of per brief vragen stellen aan ministers. 

  • Vaak gaat het over iets wat op het nieuws is, bijvoorbeeld een ontsnapte gevangene die een moord heeft gepleegd.

  • De minister moet elke vraag beantwoorden. 

Slide 15 - Diapositive

CONTROLERENDE TAAK TWEEDE KAMER
WETGEVENDE TAAK TWEEDE KAMER
Motie van wantrouwen 
recht van enquête 
recht van amendement
initiatief recht 
Recht om een wet goed of af te keuren

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Vidéo

Motierecht
  • Motierecht: een motie is een uitspraak waarin de Kamer zijn mening over iets geeft of een minister vraagt iets te doen

  • Wanneer de meerderheid voor de motie stemt, wordt deze aangenomen. 

  • Bij een motie van wantrouwen vraagt een kamerlid een minister af te reden nadat deze geloven heeft of grote fouten heeft gemaakt

Slide 18 - Diapositive

Een meerderheid van de Tweede Kamer dient een motie van wantrouwen in.....
A
De minister blijft gewoon zitten.
B
De minister stapt op omdat hij geen vertrouwen meer heeft.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Recht van interpellatie:
  • Kamerleden mogen een minister 'ter verantwoording' roepen. Dat betekent dat de minister voor een debat naar de Tweede kamer moet komen om uitleg te geven over het beleid

Slide 21 - Diapositive

wat is het recht van amendement
A
al het geld uitgeven
B
wetten maken
C
wet voorstellen aanpassen
D
controleren van de 1ste kamer

Slide 22 - Quiz

Recht van amendement heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers

Slide 23 - Quiz

Enquêterecht
  • Kamerleden mogen een grote onderzoek laten uitvoeren  als ze denken dat de regering een grote fout heeft gemaakt in een bepaalde kwestie. 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Diapositive

Aan het einde van deze les
  1. kun je uitleggen wie zit in de regering.
  2. kun vertellen wat het vragenrecht, recht van amendement en het recht van initiatief.
  3. kun je taken van de regering benomenen


timer
2:00

Slide 27 - Diapositive