§3.1 Het nationaalsocialisme

§3.1 Het nationaalsocialisme
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

§3.1 Het nationaalsocialisme

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 3 t/m 6 van §3.1
Lezen: 3.1
Toetsvraag: 3b

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 7 t/m 13 van §3.1
Lezen: 3.1
Toetsvraag: 8, 9b, 10a, 12

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat de belangrijkste ideeën van de nationaalsocialisten zijn
- Op welke manier Hitler aan de macht komt
- Dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat wordt

Slide 4 - Diapositive


Rond 1930 was Duitsland de Weimarrepubliek. Noem een economisch en een politiek probleem van  de Weimarrepubliek rond 1930.

Slide 5 - Question ouverte


Bekijk de bron. Welk woord past het beste bij deze afbeelding van Adolf Hitler?
Hitler en zijn aanhangers dragen de vlag van het nationaalsocialisme, met in het midden het hakenkruis. Onderaan staat Es lebe Deutschland! (‘Leve Duitsland!’).
A
Aardig
B
Heldhaftig
C
Kalm
D
Neutraal

Slide 6 - Quiz


Bedenk wat de maker van de bron met dit schilderij duidelijk wil maken (denk aan de situatie in de Weimarrepubliek).
Hitler en zijn aanhangers dragen de vlag van het nationaalsocialisme, met in het midden het hakenkruis. Onderaan staat Es lebe Deutschland! (‘Leve Duitsland!’).

Slide 7 - Question ouverte

Problemen in Duitsland
Na WOI zijn vele Duitsers boos over het Verdrag van Versailles (1919). Door de wereldcrisis (1929) raken veel mensen ook werkloos. De bevolking heeft weinig vertrouwen in de democratie. Velen zijn bang voor een communistische revolutie
Dan raken ze hun vrijheid en weinige bezit kwijt

Slide 8 - Diapositive

De NSDAP
In deze onrust ontstaat in 1920 de NSDAP
Hun leider wordt Adolf Hitler
Hij ontwikkelt de ideologie nationaalsocialisme
Dit is een mix van fascisme, racisme en antisemitisme
Jodenhaat
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
Ga naar §3.1 en zoek de 5 kenmerken van het nationaalsocialisme
Nationaalsocialisme

Slide 10 - Diapositive

Nationaalsocialisme
één partij, één leider
Alleen één sterke leider kan de problemen oplossen (de Führer). Democratie leidt tot teveel onenigheid
Nationalisme
Alle Duitsers moeten één sterk en welvarend land vormen
Militarisme
Geweld is normaal en het soldatenleven wordt verheerlijkt
anticommunisme
Nazi's geloven in eenheid van het Duitse volk. De klassenstrijd verwerpen zij; Duitse ondernemers en arbeiders moesten eensgezind zijn
Racisme en antisemitisme
De Nazi's vinden het Duitse 'ras' (Germanen/Ariërs) superieur en het mag niet verzwakt worden door vermenging met 'lagere' rassen, zoals Roma, Sinti en joden.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Maken: opdracht 3
Klaar?: Huiswerk

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat de belangrijkste ideeën van de nationaalsocialisten zijn
- Op welke manier Hitler aan de macht komt
- Dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat wordt

Slide 16 - Diapositive

§3.1 Het nationaalsocialisme
Deel II

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat de belangrijkste ideeën van de nationaalsocialisten zijn
- Op welke manier Hitler aan de macht komt
- Dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat wordt door vijf kenmerken van het totalitaire regime te noemen

Slide 18 - Diapositive

Groei van de NSDAP
Door de wereldcrisis wordt de NSDAP steeds populairder
De Nazi's beloven Duitsland weer sterk te maken
Met slimme propaganda verspreiden de Nazi's hun ideeën
Dit leidt tot grote winst bij de verkiezingen van 1932

Slide 19 - Diapositive

Hoe komt Hitler aan de macht?
- Vrede van Versailles (1919) 
- Hitler sluit zich aan bij de DAP (1919)
- Hitler wordt leider van de NSDAP (1921)
- Hitler pleegt een staatsgreep (1923)
- Hitler wordt veroordeeld (1924)
- Economische crisis (1929)

Slide 20 - Diapositive

Filmpje
Triumph des Willens (‘Overwinning van de wil’)

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Hitler aan de macht
In 1933 wordt Hitler Rijkskanselier (minister president)
Datzelfde jaar brandt de Rijksdag (parlementsgebouw) af
Hierop gaat het parlement akkoord met de machtigingswet
Dit geeft Hitler onbeperkte macht in Duitsland
- Vrijheid van meningsuiting afgeschaft
- Persvrijheid afgeschaft
- Politieke vijanden gearresteerd

Slide 23 - Diapositive

Hoe komt Hitler aan de macht?
- Eerste grote verkiezingswinst NSDAP (1930) 
- NSDAP lijkt over hoogtepunt heen (1932)
- Hitler wordt benoemd tot rijkskanselier (30 januari 1933)
- Rijksdag brand (27 februari 1933)
- Concentratiekamp Dachau opent (22 maart 1933)
- Machtingswet  (23 maart 1933)

Slide 24 - Diapositive

Een totalitaire staat
Concentratiekampen
Andere politieke partijen worden verboden. Politieke tegenstanders worden zonder proces naar een concentratiekamp gestuurd
Controle
Knokploegen, de politie en de geheimde dienst (SD) houden de bevolking constant in de gaten
Censuur
De Nazi's bepalen de inhoud van de media
Organisaties
De Nazi's nemen de macht over in alle publieke organisaties (bv vakbonden). Soms moet je lid zijn om je beroep uit te mogen oefenen
Indoctrinatie
Middels indoctrinatie wordt de jeugd opgeleid tot goede Nazi's; jongens in de Hitlerjugend, meisjes in de Bund Deutscher Mädel

Slide 25 - Diapositive

Een tevreden volk
Hitler lost de economische problemen grotendeels op
Hij stopt de herstelbetalingen en investeert in het leger
Dit zorgt voor werkgelegenheid en meer inkomen
De werkloosheid daalt van 30% naar 7%

Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat de belangrijkste ideeën van de nationaalsocialisten zijn
- Op welke manier Hitler aan de macht komt
- Dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat wordt

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag
Vul het schema in
1. Welke gebeurtenis had het invloed op het aan de macht komen van Adolf Hitler?
2. Welke persoon is belangrijk voor de context?
3. Leg uit waarom deze gebeurtenis belangrijk is voor het verhaal
4. Zoek een plaatje bij deze gebeurtenis
timer
15:00

Slide 28 - Diapositive