Les 6 - Theorie H 2.4 Logistiek en Groothandel

H2.4
Goederenstroom beheersen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
LogistiekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2.4
Goederenstroom beheersen

Slide 1 - Diapositive

Planning
  1. Theorie H2.4 Goederenstroom beheersen
  2. Vragen maken

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

H2.4 Goederenstroom
Een goede beheersing van de goederenstroom (logistiek management): 

  • Optimale bestelmoment en hoeveelheid (goed voorraadbeheer)
  • Goederen niet te lang op voorraad
  • Niet een te grote of te kleine voorraad
  • Geen overbodige handelingen
  • Goede opslag condities 
  • Efficiënt transport

Slide 4 - Diapositive

H2.4 Goederenstroom
Material Management: Beheersing van het productieproces van goederen.
Beslissing maken over:

  • Planning: Orderplanning, bezettingsplanning en opslagplanning.
  • Inkoop: Leverancierskeuze, levertijdbewaking, bestellen, voorraadbeheer
  • Material handling: Alle verplaatsingen binnen de goederenstroom van het bedrijf (aanvoer, opslag, overslag, afvoer)

Slide 5 - Diapositive

H2.4 Goederenstroom
Material handling: Zo economisch mogelijk de goederen door het bedrijf sturen, door:

  • Minimaal transport
  • Maximale hoeveelheden
  • Optimale benutting van ruimte
  • Inzet van hulpmiddelen
  • Afstemming van opeenvolgende activiteiten

Slide 6 - Diapositive

H2.4 Goederenstroom
Fysiek distributiemanagement = fysieke distributie: 
De besturing en beheersing van de goederenstroom van het gereed eindproduct tot en met de afnemer

Beslissing nemen over:
  • Voorraadbeheer
  • Magazijn en material handling
  • Extern transport

Slide 7 - Diapositive

Planning

Slide 8 - Diapositive

H2.4 Goederenstroom
Reverse logistics: 
Retourstromen van bijvoorbeeld verpakkingen en gebruikte goederen binnen de logistieke keten.

Noem een voorbeeld uit jouw ervaring

Slide 9 - Diapositive

H2.4 Goederenstroom
  • Handelsketen = Alle personen en bedrijven die betrokken zijn bij de handel in een product

  • Handelsschakel = De mensen die voor de bedrijven werken en de bedrijven in de keten

Slide 10 - Diapositive

Vragen maken
BLZ. 49
Verwerkingsopdrachten 9

BLZ. 51
Kennisvragen 7 t.m 10

Slide 11 - Diapositive