Paragraaf 2 luchtdruk

H2 het weer
Paragraaf 2 luchtdruk
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2 het weer
Paragraaf 2 luchtdruk

Slide 1 - Diapositive

Barometer

De luchtdruk kun je meten met een barometer.
Luchtdruk meet je in Bar of in Pascal (Pa)

Lage luchtddruk: ca. 970 mbar
gemiddelde luchdtdruk op zeeniveau ca. 1000 mBar
hoge luchtdruk: ca. 1040 mBar

Slide 2 - Diapositive

Werking van een barometer
wanneer de luchtdruk in de omgeving stijgt, dan wordt de druk op het doosje groter, waardoor het doosje indeukt en de naald naar rechts beweegt. wanneer de luchtdruk daalt, dan is de druk op het doosje kleiner, waardoor het doosje uitzet en de naald naar links beweegt.

Slide 3 - Diapositive

hoge luchtdrukgebied —> mooi weer (zonnig en droog)
hoge druk = heet

lage luchtddrukgebied —> slecht weer (koud en regen)
hoge luchtdrukgebied —> mooi weer (zonnig en/of droog)
                           
                                







lage luchtddrukgebied —> slecht weer (koud en/of regen)

Slide 4 - Diapositive

metriek stelsel / omrekenen
1 mbar = 1 hPa

Slide 5 - Diapositive

oefenen
960 mbar = ............... kbar
1.010 mbar = ................ bar
975 mBar = ............... hPa
1.030 mbar = ...............Pa
2,2 bar = ................ Pa

Slide 6 - Diapositive

oefenen
960 mbar = 0,000960 kbar
1.010 mbar = 1,010 bar
975 mBar = 975 hPa
1.030 mbar = 103.000 Pa
2,2 bar = 220.000 Pa

Slide 7 - Diapositive

absolute druk
De absolute druk in een autoband bijvoorbeeld 
kun je meten met een manometer.

absolute druk = luchtdruk + overdruk
absolute druk = luchtdruk - onderdruk

Slide 8 - Diapositive

Luchtdruk meet je met een....
A
Hygrometer
B
Thermometer
C
Manometer
D
Barometer

Slide 9 - Quiz

1 mbar = ..........
A
1 Pa
B
1 hPa
C
1 kPa

Slide 10 - Quiz

1.035mBar = …….hPa
A
10,35hPa
B
103,5hPa
C
1.035hPa
D
10.350hPa

Slide 11 - Quiz

1.025 mbar = .......... Kpa
A
1,025 kPa
B
10,25 kPa
C
102,5 kPa
D
1.025 kPa

Slide 12 - Quiz

980 mBar is
A
Lage luchtdruk
B
Hoge luchtdruk
C
Gemiddelde luchtdruk

Slide 13 - Quiz

980 mbar = .......... pa
A
9,80 Pa
B
98,0 Pa
C
9.800 Pa
D
98.000 Pa

Slide 14 - Quiz