1MH3 - Leesvaardigheid 1 + 2 oefenen

LESPROGRAMMA
- Bespreken verslag VKO
- Oefenen voor de leestoets: 
    Kies één van de knipbladen en sorteren (dat helpt echt!)
- Verwijswoorden : extra uitleg 
- Lezen


Module Woordenschat : inleveren uiterlijk 13 februari -> INGELEVERD? 
Niet vergeten: leeskwartieren bijhouden!
Elke les je leesboek meenemen 


1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

LESPROGRAMMA
- Bespreken verslag VKO
- Oefenen voor de leestoets: 
    Kies één van de knipbladen en sorteren (dat helpt echt!)
- Verwijswoorden : extra uitleg 
- Lezen


Module Woordenschat : inleveren uiterlijk 13 februari -> INGELEVERD? 
Niet vergeten: leeskwartieren bijhouden!
Elke les je leesboek meenemen 


Slide 1 - Diapositive

Knipbladen
- Signaalwoorden en tekstverbanden: 
    sorteren en zinnen maken
- Houd de module Leesvaardigheid Lezen 1 erbij
   1.4 Signaalwoorden en tekstverbanden

HAVO-opdracht:


2. Kies twee signaalwoorden per tekstverband en maak een goedlopende zin met het signaalwoord. Onderstreep het signaalwoord in de zin.

3. Schrijf de zinnen hieronder op en laat ze controleren door je docent.

Slide 2 - Diapositive

Knipbladen
1. Tekstdoel en tekstvorm: teksten bij tekstdoelen zoeken
   (inleveren via It's Learning)

HAVO-opdracht:

2. Zoek bij ieder tekstdoel een tekst. 
Gebruik de inlevermap in IL (Leesvaardigheid > LEZEN 2 > Knipbladen) om je gevonden tekst in te leveren. Let op: gebruik de juiste map!

Slide 3 - Diapositive

Tekst-doelen
Tekst-
vormen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
Zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.

mannelijk                           de-
vrouwelijk                           woorden

onzijdig                                het-
                                                  woorden

Slide 7 - Diapositive

Verwijswoorden
> Wijzen meestal terug naar een woord dat eerder genoemd is (=antecedent)

> Het geslacht van het woord bepaalt welk verwijswoord je gebruiken moet.

Slide 8 - Diapositive

4 verwijswoorden:
Is het zelfstandig naamwoord...
... een de-woord
> mannelijk (m)/ vrouwelijk (v)
> verwijs met deze, die

... een het-woord
> onzijdig (o)/ verkleinwoord
> verwijs met dit, dat

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden:
De fiets die in de schuur staat is mijn nieuwe fiets.
Die verwijst naar het antecedent 'fiets', dat is een de-woord, dus gebruik je 'die'.

Het meisje dat ik heb leren kennen is erg aardig.
Dat verwijst naar het antecedent 'meisje', dat is een het-woord, dus gebruik je 'dat'.

Slide 10 - Diapositive

Lees het verhaal en zoek uit hoeveel woorden er verwijzen naar Eddy de Clown.

(zie Woordenschatmodule)
Eddy de Clown is back in Walibi World

Tijdens de Halloween Fright Nights speelt Eddy de Clown de hoofdrol. Hij is onder andere bekend van de film ‘Eddy the Movie’. De griezel zorgt met zijn humor, intimidatie en pesterijen voor grensverleggend spektakel. Hij is echt eng. Gasten worden uitgedaagd de ultieme grens op te zoeken door levende kakkerlakken en meelwormen te eten en bedolven te worden onder vogelspinnen en slangen. Je kunt hem bewonderen in zijn nieuwe "Try or Die-show". Zijn show is te eng voor woorden.

Slide 11 - Diapositive