Woordsoorten H4 Zelfstandig en hulpwerkwoord

Grammatica woordsoorten
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica woordsoorten
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Na deze les weet je wat een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord is.

Slide 2 - Diapositive

Noteer de werkwoorden uit de zin:
De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het belangrijkste ww?
'De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd.'
A
zou
B
hebben
C
geverfd

Slide 4 - Quiz

Werkwoorden
Als in een zin met een werkwoordelijk gezegde maar één werkwoord staat, dan is dat een zelfstandig werkwoord (zww). Het geeft aan wat het onderwerp doet.
Als er meer werkwoorden zijn, staat het zelfstandig werkwoord achter in de zin. De andere werkwoorden (ook de persoonsvorm) zijn hulpwerkwoord (hww):
  • Op zondag zou (hww) oom Jan willen (hww) schaken (zww) met zijn neefje.

Slide 5 - Diapositive

Werkwoorden
Een werkwoord in een zin zegt vaak wat iemand of iets doet of wat er gebeurt.
  • Hij fietst.
  • Het stormt.
  • Ik loop naar school.

Slide 6 - Diapositive

Zelfstandig werkwoord
  • Geeft aan wat het onderwerp 'doet'; 
  • Er zit altijd maar één zww in een zin; 
  • Belangrijkste werkwoord van een zin; 
  • Kan je niet weglaten.

Ik ben naar school gelopen.
Ik loop naar school.

Slide 7 - Diapositive

Hulpwerkwoord
  • Helpt het zww in de zin om het gezegde te maken.
  • Er kunnen meerdere hww in een zin zitten.
  • Je kunt ze uit de zin weg laten.

Ik ben naar school gelopen. > Ik loop naar school.
De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd. >
De schilder verft het raam donkergroen.

Slide 8 - Diapositive

Oefening

Slide 9 - Diapositive

Noteer zww:
Ik heb mijn spreekbeurt goed kunnen voorbereiden.

Slide 10 - Question ouverte

Noteer hww:
Ik heb mijn spreekbeurt goed kunnen voorbereiden.

Slide 11 - Question ouverte

Noteer zww:
Is je zusje helemaal alleen naar de stad gekomen?

Slide 12 - Question ouverte

Noteer hww:
Is je zusje helemaal alleen naar de stad gekomen?

Slide 13 - Question ouverte

Voor donderdag
Opdrachten H4 grammatica woordsoorten (p 120-121)
1, 4 en 6 (zonder koppelwerkwoord)


Slide 14 - Diapositive

Doel
Na deze les weet je wat een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord is

Slide 15 - Diapositive

Wat weet je nog?

Slide 16 - Diapositive

Els WIL graag nog een keer bungeejumpen.
A
hww
B
zww

Slide 17 - Quiz

ELS wil graag nog een keer bungeejumpen.
A
olw
B
blw
C
zn
D
bn

Slide 18 - Quiz

Els wil graag nog een keer BUNGEEJUMPEN.
A
hww
B
zww

Slide 19 - Quiz

Els wil graag nog EEN keer bungeejumpen.
A
olw
B
blw
C
zn
D
bn

Slide 20 - Quiz

Had je mijn fietssleutel niet beter in je broekzak kunnen BEWAREN?
A
zn
B
hww
C
zww
D
bn

Slide 21 - Quiz

Had je mijn fietssleutel niet beter in je broekzak KUNNEN bewaren?
A
zn
B
hww
C
zww
D
bn

Slide 22 - Quiz

Had je mijn FIETSSEUTEL niet beter in je broekzak kunnen bewaren?
A
zn
B
hww
C
zww
D
bn

Slide 23 - Quiz

Voor volgende week donderdag
Maak de rest van de opdrachten af
NN online
Grammatica woordsoorten H3: zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Slide 24 - Diapositive