Deel 9 - Taak 5 (+ perfectumtraining)

Perfectumtraining
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Hoger onderwijs

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Perfectumtraining

Slide 1 - Diapositive

We zijn bijna aan het einde van Deel 9 gekomen. In deze LessonUp maken we  een oefening op het perfectum. Ik geef ook meer uitleg bij taak 5.

Klik op het pijltje onderaan om verder te gaan.
Sleep de afbeeldingen naar de bijhorende verba.
klikken
bevestigen
wijzigen
annuleren
verwijderen

Slide 2 - Question de remorquage

In deze oefening moeten jullie de afbeeldingen verbinden met het juiste verbum. Klik op de afbeelding en sleep ze naar het juiste vakje.

Je kan je antwoorden controleren door onderaan op “controleren” te klikken. Als je klaar bent, klik je op het pijltje om verder te gaan.
Sleep de afbeeldingen naar de bijhorende verba.
aanmelden
afmelden
sluiten
afdrukken

Slide 3 - Question de remorquage

In deze oefening moeten jullie de afbeeldingen verbinden met het juiste verbum. Klik op de afbeelding en sleep ze naar het juiste vakje.
Je kan je antwoorden controleren door onderaan op “controleren” te klikken. Als je klaar bent, klik je op het pijltje om verder te gaan.
Maak een zin in het perfectum. Gebruik deze woorden:
foto - de - Jan - klikken - op

Slide 4 - Question ouverte

Is de sleepoefening gelukt? Heel goed! We gaan nu het perfectum van deze verba inoefenen. 

In deze oefening moet je een zin maken met de woorden op het scherm. Je maakt een zin in het perfectum. Je gebruikt dus een vorm van hebben of zijn en het participium van het verbum. 

Vul je antwoord in. Klik daarna op "bewaren". Als je wil controleren of je juist hebt geantwoord, klik dan op "toon uitleg". Als je klaar bent, klik je op het pijltje om naar de volgende vraag te gaan. 
Maak een zin in het perfectum. Gebruik deze woorden:
afspraak - Elise - haar - bevestigen

Slide 5 - Question ouverte

In deze oefening moet je een zin maken met de woorden op het scherm. Je maakt een zin in het perfectum. Je gebruikt dus een vorm van hebben of zijn en het participium van het verbum.

Vul je antwoord in. Klik daarna op "bewaren". Als je wil controleren of je juist hebt geantwoord, klik dan op "toon uitleg". Als je klaar bent, klik je op het pijltje om naar de volgende vraag te gaan. 
Maak een zin in het perfectum. Gebruik deze woorden:
Karel - wijzigen - op - wachtwoord - zijn - Facebook

Slide 6 - Question ouverte

In deze oefening moet je een zin maken met de woorden op het scherm. Je maakt een zin in het perfectum. Je gebruikt dus een vorm van hebben of zijn en het participium van het verbum.

Vul je antwoord in. Klik daarna op "bewaren". Als je wil controleren of je juist hebt geantwoord, klik dan op "toon uitleg". Als je klaar bent, klik je op het pijltje om naar de volgende vraag te gaan. 
Maak een zin in het perfectum. Gebruik deze woorden:
afspraak - Michiel - annuleren - dokter - de - zijn - bij

Slide 7 - Question ouverte

In deze oefening moet je een zin maken met de woorden op het scherm. Je maakt een zin in het perfectum. Je gebruikt dus een vorm van hebben of zijn en het participium van het verbum.

Vul je antwoord in. Klik daarna op "bewaren". Als je wil controleren of je juist hebt geantwoord, klik dan op "toon uitleg". Als je klaar bent, klik je op het pijltje om naar de volgende vraag te gaan. 
Maak een zin in het perfectum. Gebruik deze woorden:
verwijderen - Carine - account - haar

Slide 8 - Question ouverte

In deze oefening moet je een zin maken met de woorden op het scherm. Je maakt een zin in het perfectum. Je gebruikt dus een vorm van hebben of zijn en het participium van het verbum.

Vul je antwoord in. Klik daarna op "bewaren". Als je wil controleren of je juist hebt geantwoord, klik dan op "toon uitleg". Als je klaar bent, klik je op het pijltje om naar de volgende vraag te gaan. 
Maak een zin in het perfectum. Gebruik deze woorden:
ik - Facebook - aanmelden - mij - op

Slide 9 - Question ouverte

In deze oefening moet je een zin maken met de woorden op het scherm. Je maakt een zin in het perfectum. Je gebruikt dus een vorm van hebben of zijn en het participium van het verbum.

Vul je antwoord in. Klik daarna op "bewaren". Als je wil controleren of je juist hebt geantwoord, klik dan op "toon uitleg". Als je klaar bent, klik je op het pijltje om naar de volgende vraag te gaan. 
Maak een zin in het perfectum. Gebruik deze woorden:
van - zich - Facebook - afmelden - Kobe

Slide 10 - Question ouverte

In deze oefening moet je een zin maken met de woorden op het scherm. Je maakt een zin in het perfectum. Je gebruikt dus een vorm van hebben of zijn en het participium van het verbum.

Vul je antwoord in. Klik daarna op "bewaren". Als je wil controleren of je juist hebt geantwoord, klik dan op "toon uitleg". Als je klaar bent, klik je op het pijltje om naar de volgende vraag te gaan. 
Maak een zin in het perfectum. Gebruik deze woorden:
Lisa - venster - sluiten - het

Slide 11 - Question ouverte

In deze oefening moet je een zin maken met de woorden op het scherm. Je maakt een zin in het perfectum. Je gebruikt dus een vorm van hebben of zijn en het participium van het verbum.

Vul je antwoord in. Klik daarna op "bewaren". Als je wil controleren of je juist hebt geantwoord, klik dan op "toon uitleg". Als je klaar bent, klik je op het pijltje om naar de volgende vraag te gaan. 
Maak een zin in het perfectum. Gebruik deze woorden:
afdrukken - document - we - het

Slide 12 - Question ouverte

In deze oefening moet je een zin maken met de woorden op het scherm. Je maakt een zin in het perfectum. Je gebruikt dus een vorm van hebben of zijn en het participium van het verbum.

Vul je antwoord in. Klik daarna op "bewaren". Als je wil controleren of je juist hebt geantwoord, klik dan op "toon uitleg". Als je klaar bent, klik je op het pijltje om naar de volgende vraag te gaan. 
p. 143
Google Classroom -> "Schoolwerk" -> Deel 9 - Taak 5 -> Google Document
Deel 9 - Taak 5

Slide 13 - Diapositive

Goed gedaan!

Nu is het tijd voor de laatste taak van deel 9. 

Jullie vinden deze oefening op p. 143 in jullie boek. Jullie maken de oefening niet in jullie boek, maar in een Google Document. Dat document vinden jullie op Google Classroom. Je gaat naar "schoolwerk" en klikt daarna op "Deel 9-Taak 5".
Extra oefeningen?
Google Classroom -> "Schoolwerk" 
-> Deel 9 - Wat kan ik? -> Google Document 
Google Classroom -> Schoolwerk -> Deel 9 - Extra oefening -> link naar LessonUp

Slide 14 - Diapositive

Wil je nog wat extra oefenen? Dat kan!

Op Google Classroom vinden jullie de oefeningen uit "Wat kan ik?" en een extra oefening via LessonUp. Deze oefeningen zijn niet verplicht. Je maakt ze enkel als je nog wat extra wil oefenen. 


Vragen?
Stuur gerust een mailtje naar: ine.bruggeman@hetcvo.be

Slide 15 - Diapositive

Heel veel succes bij Taak 5!
Stuur mij gerust een mailtje als je vragen hebt!