-iaal, -eaal, -ieel, -ueel

lesdoel
 Ik weet hoe ik  woorden die eindigen op -iaal, 
-ieel,  -eaal en -ueel correct kan schrijven.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

lesdoel
 Ik weet hoe ik  woorden die eindigen op -iaal, 
-ieel,  -eaal en -ueel correct kan schrijven.

Slide 1 - Diapositive


A
Liniejaal
B
Lineaal
C
Liniaal

Slide 2 - Quiz


A
offisjeel
B
officiëel
C
officieel

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive


Slide 5 - Question ouverte


Slide 6 - Question ouverte


Slide 7 - Question ouverte


Slide 8 - Question ouverte

Schrijf het woord op


Het nieuws is altijd act...

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf het woord op


Financ... gaat het dit bedrijf erg goed.

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf het woord op.


Al het benodigde mater... ligt klaar

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf het woord op.


Event... kan hij langer blijven werken

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf het woord op.


Het is een ide..... omstandigheid

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf het woord op.


Dit is de off..... uitslag.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive