Link A0 A2 12.1

Lesplan
1. Wat heb je gisteren gedaan?
2. Huiswerk nakijken: Mijn Nederlands.  
3. Link 12.1. 
4. Grammatica: Ik heb mijn huiswerk gemaakt/ ik heb hem gebeld.
 

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 165 min

Éléments de cette leçon

Lesplan
1. Wat heb je gisteren gedaan?
2. Huiswerk nakijken: Mijn Nederlands.  
3. Link 12.1. 
4. Grammatica: Ik heb mijn huiswerk gemaakt/ ik heb hem gebeld.
 

Slide 1 - Diapositive

Na deze les...
1) ... kun je beter vertellen wat je gisteren hebt gedaan.
2) .. kun je praten over de basisschool. 

Slide 2 - Diapositive

De Taalkaart
"Mijn Nederlands"
Leren buiten school: Wat heb ik gedaan deze week?
Naam cursist: _________________________________________________
Datum: _______________________________________________________
Deze week heb ik gekeken en geluisterd naar het televisieprogramma: __________________________________________
________________________________________________________________
________________________________________________________________
Deze week heb ik in het Nederlands gesproken met:
________________________________________________________________
________________________________________________________________
________________________________________________________________
Het ging goed, want:
___ Ik heb hele zinnen in het Nederlands gemaakt.
___ Ik heb nieuwe woorden in het Nederlands gebruikt.
___ Ik heb veel in het Nederlands begrepen.

Slide 3 - Diapositive

Basisschool
1. Wat is een basisschool?
2. Wanneer gaan kinderen naar de basisschool?
3. Is de basisschool verplicht?
4. Wat leren kinderen op de basisschool?

Slide 4 - Diapositive

We gaan in het boek werken: 

12.1

Slide 5 - Diapositive

  •  SoFTKeTCHuP
Staat de laatste letter van de stam in SoFTKeTCHuP?
JA!
NEE!
t
d

Slide 6 - Diapositive

SoFTKeTCHuP
leren - ik-leer - ge + leer + d = geleerd 

maken - ik-maak - ge + maak + t = gemaakt

Slide 7 - Diapositive

Let op: reiZen & leVen
Reizen: ik-vorm = reis
ge + reis + d (gebruik de Z voor SoFTKeTCHuP)

Leven: ik-vorm = leef
ge + leef + d (gebruik de V voor SoFTKeTCHuP)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Lien

Mijn herfstvakantie 
1. Wat ga jij in de herfstvakantie doen? Maak een foto. 
2. Wat heb je in de herfstvakantie gedaan? Stuur  6 november de foto in de whatsappgroep. Schrijf minimaal 5 zinnen. Gebruik de voltooide tijd. 
_____________________________________________
_____________________________________________
_____________________________________________
_____________________________________________
_____________________________________________

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk: 
Huiswerk voor morgen: 

- online 12.2 (opdrachten 1-6);
- Grammatica: 10.1, 10.2 en 2.16. 

Huiswerk voor woensdag 6 november: 
PO "Mijn herfstvakantie".




Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Rendictee
1) Ren naar de docent.
2) Kijk naar een plaatje.
3) Ren terug naar je groepje.
4) Zeg wat je ziet. 
5) Cursist B schrijft de woorden op. 
Voorbeeld: de rode jurk. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Luisteren
1) Luister naar de tekst en onderstreep de woorden die anders zijn. 
2) Schrijf de juiste woorden op. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Wat heb je vandaag geleerd? 

Slide 18 - Diapositive

Goed gedaan!

Slide 19 - Diapositive

Wat heb je in het weekend gedaan? 
Ik heb mijn familie bezocht
Ik heb tv gekeken
Ik heb een boek gelezen
Ik heb gesport
Ik ben naar Amsterdam gegaan
Ik ben thuisgebleven

Slide 20 - Diapositive

Ik reis het liefst met de fiets. 

Ik reis liever met de auto dan met de brommer.
 
Ik reis het minst graag met de boot.

Slide 21 - Diapositive

Ik reis het liefst met ....
Ik reis liever met .... dan met ....
Ik reis het minst graag met ....

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien





1. We maken een praatje in de lift.
2. In deze buurt staan flats.
3. Het is een rustige buurt.
4. Er is een park is de buurt.
5. Daar is een moskee, een kerk en een apotheek.
 

Maak deze zinnen negatief. Gebruik "geen". 

1. We maken een praatje in de lift.
2. In deze buurt staan flats.
3. Het is een rustige buurt.
4. Er is een park is de buurt.
5. Daar is een moskee, een kerk en een apotheek.
 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Hoe was de les van vandaag?
A
makkelijk
B
moeilijk
C
leuk
D
saai

Slide 26 - Quiz

Klasafspraken:
1) Je bent elke les op school. Maak een afspraak buiten lestijd.
2) In de les komen we op tijd.
3) In de les zetten we onze telefoons op stil.
4) Ben je te laat of kun je niet naar de les komen? - Stuur dan een bericht aan de docent.
5) Informatie over huiswerk en lessen/vakantie vind je in de chatgroep. Check regelmatig de Whatsappgroep.
6) Wil je roken? Alleen op het parkeerterrein, helemaal achterin. 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive