Herhalingsles 1 vmbo - Gedrag

Gedrag en voeding
1 vmbo
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Gedrag en voeding
1 vmbo

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Gedrag
Wat is gedrag?
Hoe ontstaat gedrag?

Uitwendige + inwendige prikkel
Sleutelprikkel (roept altijd hetzelfde gedrag op)

Slide 4 - Diapositive

Een sleutelprikkel is een...
A
Uitwendige prikkel
B
Een prikkel die dezelfde reactie roept
C
Inwendige prikkel
D
Een prikkel die elke keer een andere reactie roept

Slide 5 - Quiz

2. De open snaveltjes van jonge vogels in het nest, zorgt ervoor dat de ouders de jongen gaan voeden.
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel

Slide 6 - Quiz

Wanneer je een lekkere hamburger ziet is dat een...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 7 - Quiz

Wat is er belangrijk bij een goede samenwerking?

Slide 8 - Carte mentale

De norm is wat je wel of niet mag doen.
De waarde geeft aan hoe belangrijk je iets vindt (hoe waardevol).


Sociale regel: Wie te laat komt mag niet meer meedoen/meebeslissen...

Norm: Je mag niet te laten komen
Waarde: Respect (voor andermans tijd)
Normen en waarden

Slide 9 - Diapositive

Leg uit wat gedrag is...

Slide 10 - Question ouverte

Afval
Biologisch afbreekbaar afval = afval dat kan worden afgebroken door de natuur

Niet biologisch afbreekbaar afval = afval dat niet door de natuur wordt afgebroken.

Slide 11 - Diapositive

Hergebruiken en recyclen
Bij hergebruiken wordt een product opnieuw gebruikt. Zo kun je bijvoorbeeld je oude jampotje gebruiken om schroeven in te bewaren. 
Bij recyclen wordt een product verwerkt tot een grondstof en die grondstof wordt uiteindelijk gebruikt voor een nieuw product.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De oude cd's hangt Yasmine op in haar kamer als decoratie, dit noem je...
A
Hergebruiken
B
Recyclen

Slide 14 - Quiz

Van de plastictasjes uit de oceaan worden nieuwe tassen gemaakt, dit noem je ...
A
Hergebruiken
B
Recyclen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Op welke drie dingen wordt er gelet bij duurzame producten?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Leg in je eigen woorden uit wat een algoritme is.

Slide 21 - Question ouverte

Gedrag onderzoeken
Het gedrag bestaat uit kleine stukjes, of ook wel handelingen genoemd.


Objectief betekent dat je alleen opschrijft wat je echt ziet (de feiten). 

Je schrijft dus niet op wat jij denkt dat het dier voelt of bedoelt (jouw mening). 


Slide 22 - Diapositive

Objectief of niet?
De kat kijkt heel boos
A
Wel objectief
B
Niet objectief

Slide 23 - Quiz

Objectief of niet?
Het kind is verdrietig
A
Wel objectief
B
Niet objectief

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Waar denk jij aan bij conserveren?

Slide 28 - Carte mentale

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Welke zintuigen gebruik je allemaal bij het proeven?

Slide 33 - Question ouverte

Welke verschillende smaken kan jouw tong proeven?

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Indicator
Om de zuurgraad van stoffen aan te tonen, heb je een indicator nodig. Met een indicator kun je een stof aantonen. 
Een indicator toont dus de aanwezigheid van een andere stof aan. 

Slide 38 - Diapositive

De eenheid die bij zuurgraad hoort is:
A
dm
B
cm
C
l
D
pH

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

Je ziet hier een voorbeeld van ....
A
Je omgeving verzorgen
B
Inwendige (innerlijke) verzorging
C
Uitwendige (uiterlijke) verzorging
D
Mantelzorg

Slide 41 - Quiz

Gezond eten kan helpen bij het verminderen van puistjes. Waar hoort gezond eten bij?
A
Interne verzorging (innerlijke verzorging)
B
Externe verzorging (uiterlijke verzorging)

Slide 42 - Quiz

vlees is een
A
voedingsmiddel
B
voedingsstof

Slide 43 - Quiz

Welke functies hebben voedingsstoffen?
A
Bouwstof
B
Beschermende stof
C
Voedingsstof
D
Kleurstof

Slide 44 - Quiz

Welke voedingsstof zit er vooral in pasta?
A
Vetten
B
Eiwitten
C
Koolhydraten
D
Vitamines

Slide 45 - Quiz

Wat voor soort voedingsstof is:
Water
A
Beschermende stof
B
Bouwstof
C
Energierijke stof (brandstof)

Slide 46 - Quiz

Wat is géén emulsie?
A
Ketchup
B
Shampoo
C
Thee
D
Pindakaas

Slide 47 - Quiz

1. Versleep de woorden naar het juiste begrip. Dus hoort het bij bacterie of virus of allebei?
Bacterie
Virus
Hier werkt geen antibiotica tegen
Hier werkt wel antibiotica tegen
Ik ben de grootste van de twee
Ik ben een ziekteverwekker
Ik ben soms ook juist hartstikke nuttig
Ik gebruik cellen van het lichaam om zo te kunnen vermeerderen

Slide 48 - Question de remorquage

Veel succes!!
Pak de leerdoelen erbij van de kennen en kunnenlijst
Maak de oefentoets op de website
En herhaal alles goed!


Slide 49 - Diapositive