NST Electriciteit B4

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Basisstof 3 en 4: Schakelingen, vermogen en energie

P = U * I

vermogen (P) in Watt (W)

Spanning (U) in Volt (V)

Stroomsterkte (I) in Ampére (A)

P = U*I                             W = V * A

vermogen (P) in Watt (W)

Spanning (U) in Volt (V)

Stroomsterkte (I) in Ampére (A)

Oefenen:

1) Een speakerset van 500W wordt aangesloten op 220V. Hoeveel ampére gaat hier doorheen?

2) Een gloeilamp wordt aangesloten op 110V en heeft 0,5A. Wat is het vermogen?
3) Dezelfde gloeilamp wordt aangesloten op 220V maar blijft hetzelfde vermogen houden. Hoe groot is nu de stroomsterkte?
4) Een koelkast van 350W sluit je aan op 220V.

5) Een zekering kan maximaal 16A aan. Hoeveel Watt kan je dus aansluiten bij 220V en bij 110V?

Watt is het energie verbuik per seconde!

Dus 500W verbruikt 500 energiedeeltjes per seconde.

Watt is het energie verbuik per seconde!

Dus 500W verbruikt 500 energiedeeltjes per seconde.

Je moet betalen voor energie (aan WEB). Dit betaal je per kWh. Kilo Watt Uur.

Dus 1000watt dat een uur aanstaat.

Stel je hebt een apparaat van 500 Watt.

Dit apparaat zet je 4 uur aan. Dan heb je dus 4x 0,5 kW (Killowatt)

dus 2 kWh. Je betaald dus 2 eenheden energie aan WEB.

Energie kost $ 0,23 per kWh. Dit apparaat kost dus 46 cent.

Hoeveel kost het om een koelkast te hebben van 55W?

Bereken wat dit per maand kost.

Opdracht: 

- Pak een A4 papier. 
- Teken hierop ALLE stroomkringen uit de ruimte waarin je je nu bevindt. 
- LET OP: denk goed na of dingen serie of parallel geschakeld zijn. Denk goed na over welk knopje welke lichten wel of niet aan en uit zet. Vergeet niet de tv, pc, losse stopcontacten etc.
- Bewaar de tekening, deze ga je perfectioneren voor een cijfer!

Alle stroomkabels, bijv. naar stopcontacten toe, mag je laten samen komen in 1 "doosje". Dit is waar de stroom het huis/school binnenkomt.