Werkwoordspelling quiz 3F / P1

Welkom!
Klas 2
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Klas 2

Slide 1 - Diapositive




Lukt het minimaal drie leerlingen om deze quiz foutloos te maken? 
Dan trakteer ik de klas! 
Is het één of twee leerlingen gelukt?
Dan trakteer ik hun!


Quiz Werkwoordspelling

Slide 2 - Diapositive

Quiz werkwoordspelling 

persoonsvorm (t.t. en v.t.)

infinitief

bijvoeglijk naamwoord

voltooid deelwoord

Slide 3 - Diapositive

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Het is gisteren gebeurt.
B
Het is gisteren gebeurd.

Slide 4 - Quiz

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Het gebeurt in een oogopslag.
B
Het gebeurd in een oogopslag.

Slide 5 - Quiz

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Gisteren haastten mijn ouders zich naar de bus.
B
Gisteren haasten mijn ouders zich naar de bus.

Slide 6 - Quiz

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Hij heeft zich bij mij gemeld.
B
Hij heeft zich bij mij gemeldt.
C
Hij heeft zich bij mij gemelt.

Slide 7 - Quiz

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Annie vluchte de wc in.
B
Annie vluchtte de wc in.

Slide 8 - Quiz

Welk werkwoord is de pv in de zin?
Bas heeft geprobeerd een bank te beroven.
A
heeft
B
geprobeerd
C
beroven

Slide 9 - Quiz

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Houdt je van pizza?
B
Houd je van pizza?

Slide 10 - Quiz

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Hij is verhuist naar Amsterdam.
B
Hij is verhuisd naar Amsterdam.

Slide 11 - Quiz

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Je rijdt in een luxe wagen.
B
Je rijd in een luxe wagen.

Slide 12 - Quiz

De (bekleden) bank is mooi.
Jan (bekleden,tt) banken.
(Tip - Typ als volgt in: gekookte kookt)

Slide 13 - Question ouverte

Welk werkwoord is de pv in de zin?;
Hij beantwoordt de vragen overtuigend.
A
beantwoordt
B
vragen
C
overtuigend

Slide 14 - Quiz

Ik kan foutloos werkwoorden vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Lezen in je leesboek
óf 
Leren voor de toets

Slide 16 - Diapositive