Woordenschat H2

Planning vandaag:
Hoe was jullie weekend?

Deel 1: woordenschat H2 (herhaling + oefenen)
Pauze
Deel 2: woordenschat H2 (afronding)

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Planning vandaag:
Hoe was jullie weekend?

Deel 1: woordenschat H2 (herhaling + oefenen)
Pauze
Deel 2: woordenschat H2 (afronding)

Slide 1 - Diapositive

Woordenschat
synoniemen, definitie, omschrijving

Slide 2 - Diapositive

Doel:
- je weet wat synoniemen zijn
- je kunt synoniemen van onbekende woorden vinden
- je weet wat een definitie is
- ja kan met behulp van een omschrijving de betekenis van een woord vinden

Slide 3 - Diapositive

SYNONIEMEN

Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen, noem je synoniemen.


Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.

Slide 4 - Diapositive

OMSCHRIJVING

Een omschrijving is een woord of zijn woorden waarmee verteld wordt wat iets is.


Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit afgeleid worden.



Slide 5 - Diapositive

OMSCHRIJVING - voorbeelden


journalist - iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant


actualiteit - alles wat op dit moment belangrijk is

Slide 6 - Diapositive

DEFINITIE
Een definitie is een heel nauwkeurige omschrijving van een woord of begrip. In leerboeken staan vaak definities.

parallellogram = een vierhoek met twee paren evenwijdige zijden

Slide 7 - Diapositive

Filmpje

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag!

Maak nu opdracht 2 van blz. 55 uit je boek zelfstandig. Over 4 minuten vul je je antwoorden op de volgende slide in.

Let op! Zorg ervoor dat de juiste antwoorden in je schrift staan. Deze zijn namelijk weer nodig om te leren voor de toets.  
timer
4:00

Slide 9 - Diapositive

aanfluiting
adembenemend
affiche
afgunst
animo
applaudisseren
amusant
artistiek
attractief
auditie
aanplakbiljet
aantrekkelijk; mooi
afgang; iets wat schandalig slecht is
creatief; kunstzinnig
heel boeiend, mooi of spannend
in de handen klappen ter goedkeuring of uit bewondering
jaloezie
niet-openbaar optreden, als proef
vermakelijk; grappig
zin om aan iets deel te nemen

Slide 10 - Question de remorquage

Aan de slag!
Maak nu in je groepje (samenwerken dus!) opdr. 3, 4 en 5.

Deze bespreken we straks klassikaal.

Als we op tijd klaar zijn, spelen we het woordenboekspel (opdracht 6). 

Slide 11 - Diapositive

Bespreken opdr. 3
  1. legendarisch = zo beroemd dat er nog steeds over gesproken wordt.
  2. toenmalige = in die tijd
  3. doubleerde = bleef zitten
  4. debuut = eerste optreden
  5. journalisten = verslaggevers

Slide 12 - Diapositive

Bespreken opdr. 3
  1. voormalige = vroegere
  2. capaciteiten = bekwaamheden
  3. behendig = handig
  4. markante = opmerkelijke
  5. quotes = uitspraken

Slide 13 - Diapositive

opdr. 3
Definitie Cruijffiaans:

Het unieke, opmerkelijke taalgebruik van Johan Cruijff met markante, vaak onnavolgbare uitspraken. 

Slide 14 - Diapositive

bespreken opdr. 4
a. de gedoodverfde winnaar = de favoriet
b. goede wijn behoeft geen krans = goede waar (of personen) hoef je niet aan te prijzen
c. de kroon spannen = alles overtreffen
d. een nieuwe ster aan het firmament = iemand die plotseling veel succes heeft
e. onbekend maakt onbemind = iets wat je niet kent, waardeer je niet

Slide 15 - Diapositive

opdr. 4
f. de puntjes op de i zetten = iets helemaal 'af' maken; de laatste foutjes verbeteren
g. de/het spits afbijten = als eerste ergens aan beginnen
h. de ster van het veld zijn = de beste speler zijn
i. de sterren van de hemel spelen = voortreffelijk presteren
j. iets voor het voetlicht brengen = de openbare aandacht op iets vestigen

Slide 16 - Diapositive

bespreken opdr. 5
  1. check
  2. dit is het laatste woord wat je op deze pagina kunt vinden > het gidswoord
  3. onder het trefwoord 'berg'
  4. mooie, bedrieglijke beloften doen
  5. 1. het te hulp roepen; 2. werkkring, ambacht; 3. het zich wenden tot een hogere rechtbank om herziening van een vonnis  

Slide 17 - Diapositive

bespreken opdr. 5
  1. op de plaats van het tilde moet het trefwoord worden ingevuld.
  2.  bijvoorbeeld: stelen, stellen, stelling, stelt, stem, stemcomputer, stemhokje, stempel, stemrecht, stencil, stengel, step

Slide 18 - Diapositive