Enkelvoudige en samengestelde interest, contante waarde

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H3 Sparen

enkelvoudige en samengestelde interest

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde interest uitleggen en de contante waarde berekenen bij samengestelde interest.

Wat weet je al over rekenen met enkelvoudige en samengestelde interest?

Enkelvoudige Interest

Enkelvoudige interest is de berekening van rente over een bepaald bedrag gedurende een bepaalde periode.

Formule Enkelvoudige Interest

De formule voor enkelvoudige interest is: I = (K * p * t): 100 , waarbij I de interest is, K het oorspronkelijke kapitaal, p het rentepercentage en t de tijd.

Samengestelde Interest

Samengestelde interest is de berekening van rente over een bepaald bedrag gedurende meerdere perioden, waarbij de rente ook op de eerder verdiende rente wordt berekend.

Formule Samengestelde Interest

De formule voor samengestelde interest is: E = K * (1 + i)^n, waarbij E het eindwaarde, K het beginwaarde van kapitaal, i het interestperunage  en n het aantal perioden is.

Contante Waarde bij Samengestelde Interest

De contante waarde is het terugrekenen van hoeveel kapitaal je moet inleggen om na een bepaalde tijd een bepaalde eindwaarde te hebben bij samengestelde interest.

Formule Contante Waarde

De formule voor contante waarde bij samengestelde interest is: K = E * (1 + i)^-n, waarbij E het eindwaarde, K het beginwaarde van kapitaal, i het interestperunage en n het aantal perioden is.

Oefenen

Laten we nu oefenen met het berekenen van enkelvoudige en samengestelde interest, en het berekenen van de contante waarde.

opdrachten maken 

5.5-5.8-5.12 en 5.13

Volgende les 

Werken aan zelftoets opdrachten BLZ 31

 Z5.2-Z5.5-Z5.6

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.