Ziektes en aandoeningen van het spijsverteringsstelsel

Ziektes en aandoeningen van het spijsverteringsstelsel

Leerdoelen

• Aan het einde van de les begrijp je de functie van de mond- en keelholte, slokdarm, maag en darmen.
• Aan het einde van de les kun je verschillende ziekten en aandoeningen van deze organen identificeren en beschrijven.
• Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe het lichaam reageert op infecties in de mond- en keelholte.

Wat weet je al over ziektes en aandoeningen van het spijsverteringsstelsel?

Functie en structuur van de mond- en keelholte

• Mond- en keelholte: een multifunctioneel orgaan waar voedsel wordt verkleind en vermengd met speeksel.

Ziekten en aandoeningen van de keel

• Keelafwijkingen: ziekten die ontstaan wanneer de afweercellen tekortschieten en een infectie veroorzaken.

Functie en structuur van de slokdarm

• Slokdarm: transporteert voedsel van de keel naar de maag.

Ziekten en aandoeningen van de slokdarm

• Slokdarmaandoeningen: ziekten die de functie van de slokdarm beïnvloeden.

Functie en structuur van de maag

• Maag: produceert verschillende stoffen die nodig zijn voor de spijsvertering.

Ziekten en aandoeningen van de maag

• Maagaandoeningen: ziekten die de functie van de maag beïnvloeden.

Functie en structuur van de dunne darm

• Dunne darm: verantwoordelijk voor de verdere vertering en opname van voedsel.

Ziekten en aandoeningen van de dunne darm

• Dunne darm aandoeningen: ziekten die de functie van de dunne darm beïnvloeden.

Functie en structuur van de dikke darm

• Dikke darm: het laatste deel van het spijsverteringskanaal.

Ziekten en aandoeningen van de dikke darm

• Dikke darm aandoeningen: ziekten die de functie van de dikke darm beïnvloeden.

Definitielijst

• Mond- en keelholte: een multifunctioneel orgaan waar voedsel wordt verkleind en vermengd met speeksel.
• Keelafwijkingen: ziekten die ontstaan wanneer de afweercellen tekortschieten en een infectie veroorzaken.
• Slokdarmaandoeningen: ziekten die de functie van de slokdarm beïnvloeden.
• Maagaandoeningen: ziekten die de functie van de maag beïnvloeden.
• Dunne darm aandoeningen: ziekten die de functie van de dunne darm beïnvloeden.
• Dikke darm aandoeningen: ziekten die de functie van de dikke darm beïnvloeden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.