Hoezeer beïnvloedden het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog de geschiedenis van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog (1945-1961)?
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte et 9 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoofdvraag
Hoezeer beïnvloedden het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog de geschiedenis van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog (1945-1961)?
Slide 1 - Diapositive
Kenmerkende aspecten
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
De eenwording van Europa
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren 60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
Slide 2 - Diapositive
Advies
Gebruik onderstaande videolessen en aantekeningen om een eigen samenvatting te maken van deze paragraaf!
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Groeiend wantrouwen
Na conferentie van Jalta werd het wantrouwen te groot en de Koude Oorlog was begonnen.
Groot deel van wereld raakte verdeeld in 2 vijandige blokken: Oostblok o.l.v. Sovjet-Unie en het Westen o.l.v. de VS.
De Amerikanen voerden een politiek van containment (to contain = indammen). Vooral na het communistisch worden van China en het krijgen van een atoombom door de SU !
Truman wilde verspreiding van het communisme tegengaan. Elk land dat bedreigd zou worden door het communisme, zou hulp krijgen van de VS (Trumanleer)
Slide 9 - Diapositive
Afschrikking
Vanaf 1949 had ook de SU een atoombom ontwikkeld
De angst dat steeds meer landen communistisch zouden worden was groot
De VS en de SU bouwden steeds meer kernwapens om elkaar af te schrikken
Stalin (SU) stierf in 1953 en werd opgevolgd door Chroesjtsjov
Oost-Europese landen die door de SU communistisch waren gemaakt hadden geen vrijheid ==> Hongaarse opstand 1956
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Verdeling Duitsland in invloedssferen na WO II
West-Duitsland (latere BRD) kwam onder invloed van de westerse democratische overwinnaars
Oost-Duitsland (latere DDR) kwam onder invloed van de communistische SU
Slide 13 - Diapositive
Ook de hoofdstad werd in invloedsferen verdeeld
Oost-Berlijn werd dus communistisch en West-Berlijn kapitalistisch
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
0
Slide 16 - Vidéo
Blokkade van Berlijn - 1948-1949
Stalin blokkeert aanvoerwegen naar West-Berlijn: Blokkade van Berlijn
Stalin hoopt dat de geallieerden de stad zouden verlaten
Waarom blokkade? Marshallplan, invoering Duitse mark
Het Westen gaat West-Berlijn via de lucht bevoorraden: de luchtbrug
Een jaar lang landt er iedere 3 minuten een vliegtuig in West-Berlijn
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
0
Slide 19 - Vidéo
de BRD en Europese samenwerking
1951: zes landen (Benelux, Frankrijk, Italië en de BRD) richten de EGKS op (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)
Doel was om oorlog te voorkomen (kolen en staal zijn belangrijk voor de oorlogsindustrie) en economisch voordeel
op economisch gebied vond West-Duitsland (BRD) na de oorlog aansluiting bij de westerse bondgenoten. De economie groeide zelfs zo snel dat men sprak van het Wirtschaftswunder (economisch wonder).
In 1955 sloot de BRD zich aan bij het militaire bondgenootschap van de NAVO.
Onder leiding van Bondskanselier Adenauer groeide de BRD uit tot een stabiele democratie!
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
De Ooievaars stellen de luchtbrug voor: 1948 Geallieerde vliegtuigen die goederen naar Berlijn brachten tijden de Berlijnse Blokkade
Stalin staat met een geweer in een schoorsteen: Als Stalin op de vliegtuigen zou schieten was een nieuwe oorlog mogelijk
1 Hier staat voedsel op de zak: voedsel voor Berlijn
Hier staat kolen op de zak: brandstof voor Berlijn.
Spotprent van E.H Shepard, uit het tijdschrift punch 1948
Probeer te bedenken wat de maker van de prent duidelijk wilde maken.
Eventueel kun je op de knopjes klikken voor aanwijzingen!
Slide 22 - Diapositive
Spotprent analyse
Welke boodschap geeft de maker van de prent?
Vind je het moeilijk, klik dan op de vraagtekens om beeldelementen te verduidelijken!
Hier zie je een rode ijsberg. Rood is de kleur van het communisme! De hamer en sikkel zijn symbolen van de communistische SU.
Hier zit 'Uncle Sam'. Deze persoon staat altijd symbool voor de Verenigde Staten.
We zien hier een typisch Amerikaans schip, de Titanic. Dit schip zou zogenaamd onverwoestbaar zijn, maar kwam in 1912 in aanvaring met een ijsberg en zonk. Het schip komt in deze tekening bijna in aanvaring met een 'communistische' ijsrots. Waar waarschuwt de tekenaar voor? Verwerk dit in je antwoord!
Hier zie je allemaal landen die communistisch werden. Ze worden als grafstenen afgebeeld. Wat wil de tekenaar hiermee zeggen denk je? Verwerk dit in je antwoord!
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
0
Slide 25 - Vidéo
0
Slide 26 - Vidéo
Begrippen
Heimatvertriebene: Duitstalige inwoners van Centraal- en Oost-Europa die daar na de Tweede Wereldoorlog door de plaatselijke bevolking werden verjaagd en toen naar Duitsland vluchtten.
Volksdemocratie: de communistische variant van een democratie: bij verkiezingen kunnen de burgers alleen hun stem uitbrengen op kandidaten die zijn goedgekeurd door de communistische partij.
Trumandoctrine: Amerikaanse politiek tijdens de Koude Oorlog die erop was gericht te voorkomen dat het communisme zich zou verspreiden en waarbij Amerikaanse steun werd verleend aan landen die door het communisme werden bedreigd.
Marshallplan (ook: Marshallhulp): economisch hulpplan van de Verenigde Staten om Europa na de Tweede Wereldoorlog economisch weer op de been te krijgen.
Koude Oorlog: de permanente oorlogsdreiging tussen 1945 en 1991 tussen het communistische Oosten onder leiding van de Sovjet-Unie en het kapitalistische Westen onder leiding van de Verenigde Staten; beide blokken streden wereldwijd om invloed.
Blokkade van Berlijn: de afsluiting van West-Berlijn in 1948-1949. Stalin wilde met deze blokkade afdwingen dat de westerse bezettingsmachten – de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk – zouden stoppen met de invoering van een nieuwe munt in het westen van Duitsland. Dankzij een geallieerde luchtbrug werkte de blokkade niet.
Slide 27 - Diapositive
Begrippen
Bondsrepubliek Duitsland (BRD) tot 1990: West-Duitsland, het kapitalistische en democratische Duitsland dat na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht. Sinds 1990: het verenigde Duitsland.
Duitse Democratische Republiek (DDR): tot 1990: Oost-Duitsland, het communistische Duitsland dat na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht; na de ondergang van het communisme herenigd met de Bondsrepubliek Duitsland.
Invloedssfeer: gebied waar een van de twee wereldmachten tijdens de Koude Oorlog (de Verenigde Staten of de Sovjet-Unie) militair, economisch en ideologisch dominant was. Ook wel ‘ideologisch machtsblok’ genoemd.
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO): militair bondgenootschap tussen westerse landen die hebben afgesproken dat als een van de lidstaten wordt aangevallen, de andere militair te hulp zullen schieten.
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS): de eerste supranationale organisatie voor economische samenwerking in Europa, in 1951 opgericht door zes Europese landen om te zorgen voor meer stabiliteit in Europa.
Wirtschaftswunder: letterlijk ‘economisch wonder’: het snelle herstel van de West-Duitse economie in de jaren 50.
Staatssicherheitsdienst: de Oost-Duitse veiligheidsdienst die de taak had om mensen te bespioneren en de vijanden van het communistische systeem uit te schakelen. Vaak afgekort tot ‘Stasi’.
Slide 28 - Diapositive
Begrippen
Oostblok: verzamelnaam voor de Sovjet-Unie en de landen in Centraal- en Oost-Europa die onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie vielen.
Warschaupact : militair bondgenootschap onder leiding van de Sovjet-Unie, dat (in 1955) werd opgericht om het communisme in de lidstaten gezamenlijk te verdedigen.
Comecon: economisch samenwerkingsverband tussen communistische landen onder leiding van de Sovjet-Unie.
Planeconomie: economisch systeem waarbij de staat volgens een meerjarenplan bepaalt wat en hoeveel er wordt geproduceerd.
Berlijnse Muur: de muur tussen Oost- en West-Berlijn die moest voorkomen dat DDR-burgers via West-Berlijn naar het Westen vluchtten. De muur heeft bestaan van 1961 tot en met 1989.