CE 2021 Cicero (Eisma H1,2,10)
Welke term past het beste het werk dat wij van Cicero lezen?
A
retorica
B
poëzie
C
filosofie
D
epiek
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Welke term past het beste het werk dat wij van Cicero lezen?
A
retorica
B
poëzie
C
filosofie
D
epiek
Slide 1 - Quiz
Onder welke staatsvorm leefde Cicero?
A
Koninkrijk
B
Republiek
C
Keizerrijk
D
Tsaardom
Slide 2 - Quiz
Wanneer is Cicero geboren?
A
3 januari 106 v. Chr.
B
6 januari 103 v. Chr.
C
16 maart 106 v. Chr.
D
13 maart 103 v. Chr.
Slide 3 - Quiz
Wanneer werd Cicero consul?
Slide 4 - Question ouverte
Wat gebeurde in 44 v. Chr?
A
de slag bij Actium
B
de dood Caesar
C
de slag bij Philippi
D
de dood van Cleopatra
Slide 5 - Quiz
Wie was de tegenstander van Sulla in 88 tot 86 v. Chr.?
A
Caesar
B
Pompeius
C
Marcus Antonius
D
Marius
Slide 6 - Quiz
Wat weet je van:
het Tweede driemanschap?
het Tweede driemanschap?
Slide 7 - Carte mentale
populares
homo novus
optimates
nobiles
politici die via de senaat macht wilden grijpen
politici die via de volksvergadering macht wilden grijpen
leden van de senaat die het consulaat hadden bekleed en hun mannelijke afstammelingen
persoon die als eerste van zijn familie tot consul werd verkozen
Slide 8 - Question de remorquage
Wat is een proscriptielijst?
Slide 9 - Question ouverte
Strafrechtspraak
in de oudheid
in de oudheid
Slide 10 - Carte mentale
docere
conciliare
persuadere
movere
gunstig stemmen
ontroeren
overtuigen
onderwijzen
Slide 11 - Question de remorquage
Wat is framing?
Slide 12 - Question ouverte
Zet de onderdelen van een redevoering in de juiste volgorde
argumentatio
exordium
narratio
propositio
peroratio
Slide 13 - Question de remorquage
Wat is het verschil tussen een genus infinita en een genus finita?
Slide 14 - Question ouverte
Taken van een redenaar: wat hoort bij wat?
inventio
dispositio
elocutio
memoria
actio
voordracht
uit je hoofd leren
stilistische vormgeving
ordenen
onderzoek/analyse
