24-5 (9): imparfait + présent

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Programme

récapitulation

nakijken le bilan

voorbereiden toets

2HA1 Le programme d'aujourd'hui:

• La présentation
• Vocabulaire tâche B
  
• Pratiquer présent l'imparfait 

Le but: à la fin de ce cours:

• Je connais vocabulaire B
• Je peux expliquer quand il faut utiliser l'imparfait
• Je connais comment faire l'imparfait pour les verbes  an 1 & 2. 

Imparfait?
Hoe maak je die ook weer?

Wat doet de imparfait?

1. beschrijving/gewoonte uit het verleden
2. een actie uit het verleden

Hoe maak je een imparfait?

1. Nous-vorm présent. -ons+uitgang imparfait
2. hele werkwoord + uitgang van avoir
3. hele ww+uitgang vd imparfait
4. hulpww (avoir of être) + voltooid deelwoord

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?

1. Nous allions
2. Nous chantons
3. Elle allait
4. Je voulais

Je + parler met de imparfait

1. Je parlerais
2. Je parlais
3. Je parlai
4. Je parlerai

Wat is een imparfait?

1. il finissait
2. il finit
3. il a fini
4. il va finir

Imparfait

"Je + dormir"

1. Je dormai
2. Je dormais
3. Je dormait
4. Je dormi

Marie (imparfait) ___

1. pouvions
2. peuvions
3. pouvionz
4. pouviez

Nous (imparfait) ___

1. voulons
2. voulions
3. voudrions
4. vouloir

Je (trouver, imparfait)

1. trouvait
2. trouve
3. trouvais
4. trouvai

Les verbes

Denk aan de werkwoorden:
Werkwoorden op -er (manger, parler, aimer)

Werkwoorden op -ir (finir, réussir)

Werkwoorden op -re (vendre, attendre)

Onregelmatige werkwoorden: avoir, être, faire, pouvoir, vouloir, aller,
prendre, voir, boire, dire, venir. 
Deze moet je uit je hoofd weten, er zijn geen regels voor.

referentiemateriaalvo.noordhoff.nl

www.klascement.net

10 minuten zelf Verbuga oefenen of extra uitleg krijgen.

Exercice

Pak per team een blaadje.

Het team dat als eerste klaar is EN alles goed heeft, wint!

Max. 5 minuten 

Vertaal deze 5 zinnen: 
Ik dronk 

Wij keken 
Jij nam
U woont in Spanje

Hij wil 

Exercices - les réponses

Ik dronk - Je buvais (nous buvons -ons = buv + ais) 

Wij keken - Nous regardions (nous regardons- ons + ions)

Jij nam - Tu prenais (nous prenons - ons + ais) 

U woont in Spanje (Vous habites en Espagne) 

Hij wil - Il veut

Tu peux:

• Apprendre voca B (WRTS/Quizlet etc)
  Demande un "proeftoets" si tu veux
• Pratiquer Verbuga l'imparfait, le présent 
• Faire taches!

le prochain cours:

Pratiquer  présent & l'imparfait
LET OP: WE GAAN SPELEN MET DE WERKWOORDEN, ZORG DUS DAT JE ZE KENT!

(Travailler aux tâches)

 

ericktremblay.weebly.com

www.liveworksheets.com

www.liveworksheets.com

oraprdnt.uqtr.uquebec.ca