Examentraining - deel 1 - het examen

• ui
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Examentraining - deel 1

Nederlands

Basiskennis voor het examen

Klas 4 mavo

Inhoud van het examen

Het examen bestaat uit twee onderdelen:

•  Leesvaardigheid: je krijgt teksten met daarbij vragen die je moet beantwoorden. Ook krijg je opdrachten waarbij je onderdelen van een tekst moet samenvatten. 
• Schrijfvaardigheid: je moet een tekst schrijven. Bijvoorbeeld een zakelijke brief, zakelijke e-mail of een artikel. 

Inhoud van het examen

• Leesvaardigheid: tekst 1 en bijbehorende vragen. 
• Leesvaardigheid: tekst 2 en vragen over samenvatten. 
• Leesvaardigheid: tekst 3 met afbeelding (bijvoorbeeld advertentie) en bijbehorende vragen. 
• Leesvaardigheid: tekst 4 en bijbehorende vragen. 
• Schrijfvaardigheid: artikel, zakelijke e-mail of zakelijke brief. 

Wanneer is het examen?

• 1e tijdvak - Maandag 16 mei 2022 - 13:30-15:30

• 2e tijdvak - Maandag 14 juni 2022 - 13:30- 15:30

• 3e tijdvak - Dinsdag 5 juli 2022 - 09:00-11:00
  

Let op: het is een goed idee om je examen in het eerste tijdvak te maken! 

Wat neem je mee? 

• Woordenboek.
• Zwarte of blauwe pennen. 
• Markeerstiften (om signaalwoorden en kernzinnen mee te onderstrepen)

Wat krijg je op je examen?

Boekje met vragen

Tekstboekje

Uitwerkbijlage

Examen

•  Je hebt 120 minuten de tijd om het examen te maken.
  
• Leerlingen met tijdsverlenging krijgen 30 minuten extra. (Bijvoorbeeld als je dyslexie hebt) 

Examen

• Je examen bestaat uit ongeveer 25 vragen. 
• Ook krijg je ongeveer drie teksten en tekst met afbeelding (bijvoorbeeld een advertentie). 

Oefenen

• Oefenen examenbundel of examenblad.nl
• Vergelijk met sport
• Maak zoveel mogelijk examenopgaven
• Kijk je antwoorden daarna kritisch na. 

Tip

• Vaak komen examenteksten uit kranten of tijdschriften. 
• Om te oefenen met leesvaardigheid zou je zelf regelmatig van dit soort artikelen kunnen lezen. 

Vragen

• Zoek in de tekst naar het antwoord.
• Vul niet in wat je zelf denkt, maar wat je leest!
• Veel vragen zijn meerkeuzevragen.

Pak examen 2019 1e tijdvak erbij

Een tekst kan op verschillende manieren ingeleid worden.

bijvoorbeeld door

1 de aanleiding voor het schrijven van de tekst weer te geven

2 de nieuwste inzichten uit recent onderzoek te noemen

3 een deskundig persoon het onderwerp te laten introduceren

4 een voorbeeld bij het onderwerp van de tekst te geven

5 een waarschuwing vooraf te geven

 Wat zijn de twee belangrijkste manieren die gebruikt worden in

alinea 1 en 2? 

Om te weten hoe de tekst wordt ingeleid moet je:

Lees alinea's 1, 2 en 3

Weten wat een aanleiding is. (Wat is er gebeurd om deze tekst te schrijven.)

Weten wat inzichten zijn. (Dat men iets te weten gekomen is.)

Weten wat een deskundig persoon is. (iemand die alles weet over een bepaald onderwerp)

Hier lijkt het alsof er een waarschuwing gegeven wordt, maar het is een voorbeeld. Dus let op.

Functies van slot

Vraag 8: Het slot eindigt met een stukje over de dochter Saartje. Niet de hele tekst gaat over Saartje dus hier wordt een voorbeeld gegegeven.

• samenvatting
• conclusie
• afweging
• aanbeveling
• afweging
• voorbeeld

Inhoudelijk

Antwoorden op vragen zoals vraag 3 moet je dan zoeken door iets terug en iets verder te lezen.  Als je iets verder leest in dit geval zie je "een aantal adviezen in het verleden staan", dus je weet dat dan je antwoord komt. Eerst wilden ze graag kinderen beschermen. Komt overeen met b.

Citeervragen

Zorg dat je goed citeert.

"Noteer de ..........  laatste woorden."(r.6-8)

Soms wordt een deel van de zin gevraagd of een stukje uit een zin. Doe dat dan ook!! Als je dan toch de hele zin citeert is het FOUT.

Vragen over verbanden

Vraag 5. Hier wordt gevraagd welk verband er wordt aangegeven met het woordje 'zo'. Als je signaalwoorden en verbanden hebt geleerd is dat heel makkelijk. Dan weet je dat het om een voorbeeld moet gaan.

Vragen over het onderwerp

Hiervoor moet je oriënterend lezen (titel, inleiding, plaatjes, anders gedrukte woorden, tussenkopjes) als je het dan nog niet weet lees je de hele tekst.  Het gaat niet om een onderwerp over een deel van de tekst. Dat is een deelonderwerp.

Je formuleert het onderwerp in een paar woorden, nooit een hele zin. 

Tekstdoelen

Deze kan je leren.

amuseren (strip, gedicht, roman), informeren (nieuwsbericht), activeren (reclame, uitnodiging), overtuigen (betoog, review), instrueren (recept, handleiding).

Vragen over publiek

 Je vindt dit bij de bron.

kranten hebben altijd een breed publiek, dus dan kies je voor een antwoord waar bijvoorbeeld "mensen die' in staat.

Voetbal International zal voor mensen die geïnteresseerd zijn in voetbal. Of lezers van VI. 

Hoofdgedachte

Een mini-samenvatting in 1 zin.

Lees hiervoor de hele tekst aandachtig.

schrijfvaardigheid

Wat is de opbouw van een zakelijke brief?

1. Pak  de 'Opdracht indeling brief' erbij en een pen.
   
   
2. Koppel de genummerde onderdelen van een zakelijke brief an de juiste letters in het voorbeeld. 
   
   
3. Samen bespreken.