Energiebronnen


 Energie?!

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon


 Energie?!

Slide 1 - Diapositive

Noem een aantal energiebronnen die jij kent?

Slide 2 - Carte mentale

Wat zijn duurzame energie bronnen?

Slide 3 - Carte mentale

Duurzame energiebronnen

Duurzame energie.

Duurzame energie is energie die is opgewekt uit onuitputtelijke bronnen. Dat betekent dat deze bronnen die niet op kunnen raken.

Voorbeelden hiervan zijn windenergie, waterkracht energie, zonne energie en biomassa

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Van welke nieuwe energiebron had je nog niet gehoord?

Slide 6 - Question ouverte

Fossiele brandstoffen

Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven. Het duurt meer dan 10.000 jaar voordat zo'n brandstof ontstaat. 

 Hieronder vallen aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool.

Slide 7 - Diapositive

Waarom willen mensen af van Fossiele brandstoffen
A
Deze zijn slecht voor het milieu
B
Deze kunnen opraken
C
Deze zorgen voor opwarming van de aarde
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Hoe komt het dat er in Groningen kleine aardbevingen plaatsvinden?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Zonne energie
Aardgas
Kernenergie
windenergie
Steenkool
Waterkracht

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Vidéo

Wat is het voordeel van kernenergie?

Slide 14 - Question ouverte

Waarom zijn zoveel mensen TEGEN kernergie?

Slide 15 - Question ouverte

Wat vind jij van kernenergie?
Ik ben VOOR
Ik ben TEGEN
Het maakt mij niet zoveel uit

Slide 16 - Sondage

Fossiele Brandstoffen
Duurzame energie
Kern energie
Goed voor het milieu
CO2
wind energie
Uitlaatgassen
6 procent van onze energie is?
waterkrachtcentrale
Verbranden
Raakt op
Onuitputtelijk

Slide 17 - Question de remorquage

Voor welke energie zou jij kiezen? Waarom?

Slide 18 - Question ouverte