Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.
De persoon is bijvoorbeeld eigenaar of maker van het genoemde: mijn fiets, haar tekening, hun huis
ik - mijn- mein jij- jouw- dein zij- haar- ihr
hij - zijn - sein het- zijn- sein wij - ons\onze - unser
jullie -jullie-euer zij- hun - ihr u - uw - Ihr
Het bezittelijk voornaamwoord vervangt lidwoord dus:
Das ist ein Fahrrad. = Das ist mein Fahrrad
Das ist eine Schule = Das ist meine Schule
Jij schrijf niet !!!!
Das ist eine meine Schule
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.