H5bec H1les2

Welke ondernemingsvormen zijn er?
1 / 28
suivant
Slide 1: Carte mentale
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welke ondernemingsvormen zijn er?

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

1. Aansprakelijkheid:
Wat is het verschil in aansprakelijkheid bij een VOF en een BV?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

3. Financiering: Bij een NV wordt het vermogen verschaft door:
A
1 persoon
B
Beperkte groep personen
C
2 of meer (enkele) personen
D
Een groot aantal personen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

4. Publicatieplicht: Welke ondernemingsvorm heeft een publicatieplicht? Plaats de ondernemingsvormen in het juiste vak
Naamloze Vennootschap
Vennootschap Onder Firma
Besloten Vennootschap
Eenmanszaak
Hoeven geen jaarrekening te publiceren
Jaarrekening wordt gedeponeerd bij KvK

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

6. Fiscale aspecten: Welke belasting moet de ondernemingsvorm over de winst betalen? Plaats de ondernemingsvormen in het juiste vak
Naamloze Vennootschap
Vennootschap Onder Firma
Besloten Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschapsbelasting
Inkomstenbelasting

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

Een BV heeft vrij verhandelbare aandelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Bij welke ondernemingsvorm is het risico voor de eigenaar groter?
A
BV
B
VOF

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Bij welke ondernemingsvorm is het risico voor de schuldeiser groter?
A
Eenmanszaak
B
BV

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Kan een BV of een NV makkelijker aan geld komen? Licht je keuze kort toe.

Slide 27 - Question ouverte

Zou je vaker met LessonUp willen werken?

Slide 28 - Question ouverte