Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
BURGERSCHAP
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Inchecken
Doelen van de les
Voorbereiden presentatie
Presenteren en vragen stellen
Terugblikken
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe zitten jullie erbij vandaag?
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Sondage
Cet élément n'a pas d'instructions
Doelen van les
Samenwerken/Overleggen
Presenteren 'voor de klas'
Vragen bedenken en stellen
Reageren op anderen
Je concentreren tijdens de (online) les
Slide 4 - Diapositive
Welk doel geldt voor welke student? Elke student zet in de chat welk doel/actie voor hem/haar geldt.
Waar kun jij mee bezig deze les? Einde van de les komen we hierop terug.
BREAK-OUT ROOMS - 5 min!
- Check samen de gemaakte presentatie nog eens - Verdeel de taken! Wie doet en vertelt wat? (Scherm delen, beginnen, afsluiten etc.)
- Probeer te 'vertellen' en niet op te lezen! - Misschien heb je extra feitjes?
Lezen kunnen we allemaal!
Slide 5 - Diapositive
Studenten krijgen de tijd om nog even hun presentatie voor te bereiden. Het is tenslotte al een week geleden dat ze deze hebben gemaakt.
PRESENTEREN
Slide 6 - Diapositive
Studenten zelf ook het scherm laten delen. Taken hebben ze zelf moeten verdelen. Studenten die luisteren bedenken allemaal een vraag en noteren deze in de chat!
Presenteren was voor mij
Appeltje eitje
Wel oké om te doen
Ongemakkelijk
Vre-se-lijk
Slide 7 - Sondage
Hoe hebben ze het ervaren? Is daarin al iets veranderd? Wat helpt hen om te presenteren?
1. Tijdens de samenwerking was mijn rol .... 2. Ik ben wel/een beetje/niet tevreden met hoe de samenwerking verliep 3. De volgende keer zou ik dit anders aanpakken:
Slide 8 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
TERUGBLIK DOELEN
Slide 9 - Diapositive
Studenten vragen terug te blikken! Wie pakt de beurt?
Slide 10 - Diapositive
Even inventariseren: Wie is 18 plus en heeft dus volgende week de mogelijkheid om te stemmen? Handjes opsteken. Wie is dit ook van plan?
THUISOPDRACHT
youngvoice.nl
keezersquest.nl
+ Opdracht in Teams
Slide 11 - Diapositive
Studenten mogen kiezen voor een van deze hulpmiddelen voor stemmen. Waar kies je voor?
Keezersquest: Ontwikkeld door Arjen Lubach, soort spel (met humor van Arjen Lubach). Niet te snel doorklikken aan het einde, anders mis je de uitslag en moet je weer opnieuw beginnen.
Youngvoice: Met korte filmpjes voor verduidelijking, wat serieuzer, maar daardoor misschien ook wat duidelijker. De partij die het dichts bij 'jij' staat past het best bij je. Door op de partij te klikken krijg je meer info.
Studenten krijgen een kwartier de tijd, blijven online.
OPDRACHT - TEAMS
Noteer 6 standpunten van 'jouw' partij. Zoek vooral naar standpunten die voor jou belangrijk zijn!
Geef bij elk standpunt aan waarom je het hier wel of niet mee eens bent.
Zou je op deze partij kunnen stemmen? Waarom wel of niet?
Slide 12 - Diapositive
Staat al klaar in Teams - QUIZ forms Nog wel toewijzen
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Functies van cultuur
Voorspelbaarheid: Mensen begrijpen elkaar beter als ze dezelfde cultuur hebben.
Samenhang binnen de groep: Cultuur zorgt ervoor dat de groep in stand blijft.
Onderscheiden van andere groepen: Cultuur zorgt ervoor dat de verschillen tussen groepen duidelijk worden.
Slide 14 - Diapositive
Binnen een cultuur wordt van je verwacht dat je je aan de geldende normen houdt. Binnen jouw cultuur kan bijvoorbeeld van je verwacht worden dat je je niet te sexy kleed.
Soms zijn er dingen in een cultuur die niet geaccepteerd worden of waar niet over gepraat mag worden. Bijv. geen seks voor het huwelijk.
Dominante cultuur
De cultuur die in een gebied door de grootste groep mensen wordt gedeeld.
Subcultuur
Een cultuur die verschilt van de dominante cultuur maar die niet in strijd is met de dominante cultuur.
Tegencultuur
Een subcultuur waarvan de normen, waarden en gewoonten botsen met de dominante cultuur.
Dominante cultuur
De cultuur die in een gebied door de grootste groep mensen wordt gedeeld.
Subcultuur
Een cultuur die verschilt van de dominante cultuur maar die niet in strijd is met de dominante cultuur.
Tegencultuur
Een subcultuur waarvan de normen, waarden en gewoonten kunnen botsen met de dominante cultuur.
Slide 15 - Diapositive
Als waarden en normen van mensen verschillen kan dat tot spanningen leiden. Bijvoorbeeld als een islamitisch meisje een hoofddoek draagt, maar dit niet op school mag. Dan botst de norm van het meisje en norm de school.
Tolerantie
Verschillen tussen culturen hoeven niet voor problemen te zorgen als je accepteert dat mensen anders zijn dan jij en andere ideeën kunnen hebben.
Het accepteren van mensen die anders zijn dan jij, wordt tolerantie genoemd.
Je accepteert bijvoorbeeld dat iemands in god geloofd, terwijl jij zelf niets met geloof hebt.
Volgende les verder gaan over kleinere subculturen in NL? Zie methode M.
Ook vooroordelen / discriminatie kan hierop volgen!
Samenwerking vorige week presentatie bespreken of in opdracht terug laten komen
Slide 17 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Identiteit
Het unieke geheel van kenmerken/eigenschappen van eenpersoon
Wat is het verschil tussen identiteit en zelfbeeld?
Slide 18 - Diapositive
Je identiteit kun je zien als een unieke combinatie van allerlei persoonlijke kenmerken die samen een) eenheid vormen.
Identiteit is wie je bent, wat het betekent om jou te zijn. Denk hierbij aan allerlei soorten kenmerken, zoals: geslacht, gender, persoonlijkheid (karakter, temperament, gewoonten, eigenschappen), normen en waarden, levensovertuiging etc.
Identiteit en zelfbeeld
Identiteit en zelfbeeld zijn twee begrippen die veel met elkaar hebben te maken. Zelfbeeld is het geheel van gedachten en waarderingen die je over jezelf hebt. Het is een houding ten opzichte van jezelf waar een oordeel in zit en dat zit in het begrip identiteit niet. Ook kan het zelfbeeld (deels) onbewust zijn en invloed uitoefenen op je gedrag en stemming.
Er zijn verschillende verklaringen voor gedrag van mensen.
Nature
Nurture
Gedrag wordt verklaard door erfelijke factoren.
De mens wordt ‘gestuurd’ door de genen.
Gedrag wordt verklaard door de omgeving
De mens wordt ‘gemaakt’ door socialisatie.
Slide 19 - Question de remorquage
Eerste laten maken daarna de uitleg hieronder.
In de wetenschap wordt onderscheid gemaakt tussen nature en nurture.
Nature is de genetische kant van een persoon (heeft degene vanuit 'de natuur' gekregen) en nurture de omgeving (bijv. de opvoeding of plek waar iemand opgroeit)
Beide hebben effect op de manier waarop iemand opgroeit.