22/5 H8 Formules met letters

Letters in formules
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Letters in formules

Slide 1 - Diapositive

Letters in formules
Formules met daarin de variabele t
t
= tijd in dagen

Je huurt 3 dagen een korte ladder:

Dit kost dan € 27,00


Afsluiten
t=3
huurprijs=15+43=15+12=27

Slide 2 - Diapositive

Letters in formules

  • Kies 1 letter voor je variabele achter de =
            Voor                                         kies ik de lettervariabele
  • Laat de      weg
  • Leg ook uit wat die lettervariabele betekent
           
huurprijs=25+15tijd
in
dagen
tijd
in
dagen
t
huurprijs=25+15t
t=tijd
in
dagen

Slide 3 - Diapositive

Letters in formules
Formules met daarin de variabele t
t
= tijd in dagen

t  is een lettervariabele
 We laten ook de    weg:




huurprijs=15+4t
huurprijs=30+17,50t

Slide 4 - Diapositive

Maak van deze woordformule een letterformule.
aantal weken x 3 + 5 = winst
A
a x 5 + 3 = w
B
aw x 3 + 5 = w
C
p x 3 + 5 = m
D
a x 3 + 5 = w

Slide 5 - Quiz

Je huurt een auto
Woordformule: Bedrag = 40 + 50 * aantal dagen

Letterformule: B = 40 + 50d
B=
A
Aantal dagen
B
Bedrag
C
de auto

Slide 6 - Quiz

Maak van deze woordformule een letterformule.
winst in euro = 5 + 3 x aantal dagen
A
w = 5 + 3 x a a: aantal dagen
B
w = 5 + 3 x aantal
C
winst in euro = 5 + 3t t: aantal dagen
D
w = 5 + 3t t: aantal dagen w: winst in euro

Slide 7 - Quiz

Bereken
-3 + - 8
A
5
B
-11
C
11

Slide 8 - Quiz

Welk teken hoort er tussen?

32.....31
A
<
B
>
C
=

Slide 9 - Quiz

Bereken
5 + - 1
A
6
B
4

Slide 10 - Quiz

Wat is "product"?
A
+
B
-
C
:
D
x

Slide 11 - Quiz

Bereken
-15 + - 17 + 6
A
36
B
39
C
-26
D
--38

Slide 12 - Quiz

Wat is "verschil"?
A
+
B
-
C
:
D
x

Slide 13 - Quiz

Wat is "quotiënt"?
A
+
B
-
C
:
D
x

Slide 14 - Quiz

Wat is "som"?
A
+
B
-
C
:
D
x

Slide 15 - Quiz

Welk teken hoort er tussen?
-20 .... -64
A
<
B
>
C
=

Slide 16 - Quiz

Welk teken hoort er tussen?
20 .... -74
A
<
B
>
C
=

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste rekenvolgorde:

A
Haakjes dan keer dan delen dan plus dan min
B
Haakjes dan plus en min dan keer en delen
C
Plus en min dan haakjes dan keer en delen
D
Haakjes dan keer en delen dan min en plus

Slide 18 - Quiz

Vervang de variabelen voor lettervariabelen.
Bereken gewicht na 1 jaar.
Gewicht van een olifant na geboorte:

gewicht
in
kg=128+27tijd
in
maanden
timer
3:00

Slide 19 - Question ouverte

 

1 jaar = 12 maanden:
gewicht
in
kg=128+27t
t=tijd
in
maanden
t=12gewicht=128+2712
=128+324=452
gewicht
in
kg=128+27tijd
in
maanden

Slide 20 - Diapositive

Volgende les
Huiswerk wit = 12 t/m 17
                          paars = 14 t/m 17
Wit: presentatie volgende les op leerlingweb. Maak de opgave en stuur deze in.

Volgende les gaan we formules veranderen.

Slide 21 - Diapositive